Blij

Vandaag geen eekhoorntje in de boom. De mezen en de vinkjes laten het ook afweten. Ik zit bij het raam. Niet achter de geraniums. Snipverkouden te zijn. Grijs en grauw weer. Vanmiddag gaat het regenen. Zou je zo spontaan in tranen uitbarsten. Wat een narigheid. En de oliebollen waren veel te donker. Vet te heet zeker. Kunnen zo in de groene container. Ben benieuwd hoe gecomposteerde oliebollen er uit zien. Eigenlijk zit ik te genieten. Er is niks, maar dan ook helemaal niks wat moet. Ja, de vuurwerkzooi van m’n auto afwassen. Doet de regen vanmiddag wel.

Niksdoen als het nieuwe genieten. Genieten in je hoofd. Noem het maar niks. Ik heb afgelopen jaren vaak verlangd naar een moment als dit. Tijd om na te denken heb ik wel gehad. Zeeën van verplichte denktijd. Te ziek om een poot te verzetten. Nu heb ik vrije denktijd. Dat is toch even iets anders. Op zich al de moeite waard om over na te denken. Ik was goed in doordaveren. Moest altijd van alles. Van mezelf.

Kan er nu om lachen. Doet ook een beetje pijn. Hoe kon ik zo stom zijn. Als ik erover nadenk, dan snap ik het wel. Zicht krijgen op de eindigheid van m’n leven hielp flink. Om het te snappen. Als je dan je leven terugkrijgt hoeft niemand je meer iets uit te leggen. Daar raak ik niet over uitgedacht. Gewoon een nieuwe nier. Gewoon? Het raakt aan een onvermoede bron van energie. Ik noem het energie. Omdat geluk of kennis veel te pedant klinkt. Tevredenheid is misschien wel de mooiste uitdrukking ervoor. Niet het soort tevredenheid dat je behoort te hebben. Wel het soort dat vanbinnen zit. Dat van jou is. Van dat je blij wordt van een eekhoorntje dat er niet is.

Weet wat je eet

Je bent wat je eet. En drinkt. Ik had nierfalen en stoffen zoals kalium en fosfaat waren schadelijk voor me. Ze zitten overal in. Mijn lichaam kon ze niet meer afbreken. Het zijn essentiële voedingsstoffen. Je hebt ze nodig.

Nu moet ik opletten dat ik ze wél binnenkrijg. Tomaten, bananen, groenten, melkprodukten en wat chocolade. Soms is het best leuk hoor. Met regelmatig bloedprikken controleren we hoe het ervoor staat.

Tomatensap is juist weer niks. Wel lekker én gezond, maar gekocht in de winkel barst het van het zout. Wist je dat er zout wordt toegevoegd aan mineraalwater? Waaraan eigenlijk niet. En waarom? Meestal om een gebrek aan smaak te compenseren. Deels om producten zoals vleeswaren houdbaar te maken. Kaas dan. Ik koop kaas met minder zout. Zit er 1,5 gram zout in per 100 gram kaas. Smaakt toch echt lekker. Elke veertien dagen komt ze aan de deur. Mijn kaasvrouw. Ze kocht het in het begin speciaal voor mij in. Nu verkoopt ze er steeds meer van. Gebruikelijker is dat er 3 gram of (nog veel) meer zout in de kaas zit. Die met 1,5 gram vind je niet in de supermarkt.

Koffie uit een automaat kan je duur komen te staan. Hoe schoon is dat poetsdoekje? Of het poeder, of wat er dan ook ingaat? Of de handen van de schoonmaker/-ster? Het is ook lekker warm in zo’n apparaat. Daar houden bacteriën wel van.

Medicijnen houden mijn afweersysteem op een laag pitje. Om afstoting van m’n nier te voorkomen. Daardoor ben ik vatbaar voor infecties. Dat resulteerde al in een zeer hardnekkige en potentieel gevaarlijke virusinfectie en een ernstige longontsteking. Die waren samen al goed voor vijf weken ziekenhuis, ernstige bijwerkingen van de virusremmers en levenslang antibiotica. Ben wat voorzichtig geworden. Dat wil niet zeggen dat ik het had kunnen voorkomen.

Eten in een restaurant? Daar denk ik twee keer over na. Ben er mentaal nog niet aan toe.
Handen schudden, winkelkarretjes, deurknoppen, benzine tanken. Je kunt er niet omheen. Ik heb een desinfecterende gel bij me. Je kan niet overal je handen wassen. Dat wassen is ook weer onhandig als je daarna de kraan met je handen dicht moet draaien.

Sla zo uit een zakje, rosbief, paté of een plakje leverworst. Beter maar van niet. De laatste twee bijvoorbeeld leveren je een flinke kans op een actief hepatitis E virus. Op vakantie cola met een ijsklontje op een terrasje, niet doen. Jij voelt niets of je wordt hooguit een keer beroerd. Voor mij kan het levensbedreigend worden. Nee, dat heb ik niet allemaal zelf bedacht. Diëtisten en nefrologen hebben me wegwijs gemaakt.

Dan maar angstig binnenblijven met de gordijnen dicht en alles drie keer koken? Haha, nee natuurlijk niet. Gewoon je levensstijl aanpassen en daar een sport van maken. Geen smetvrees ontwikkelen. Wel je gezonde verstand gebruiken. Word goede maatjes met je diëtist! Als jij kan kiezen tussen gezond zijn of ziek worden dan doe je dat ook. Ik ben blij dat ik weer de keuze heb. Ik geniet van m’n nieuwe leven.

Weet wat je eet, maak het lekker zelf!

Zorg

Oplossing gevonden. Nu nog een probleem erbij bedenken. Lees ik in de krant. Het gaat over technologie. We vinden veel uit. Dat moet gebruikt worden. Geld ermee verdienen. Met een hamer kan je geld verdienen. Timmerman heet dat. Je hebt niks aan een nieuwe hamer als de oude het nog doet. In dat geval moet je gaan verzinnen wat er nog meer kan met zo’n ding. Mooi kleurtje, hamermode. Jij mag het zeggen. Nieuwe bezems vegen schoon. Nieuwe hamers doen het niet beter dan de oude. Die timmerman is niet gek. Die zweert bij zijn of haar oude hamer. Raakt ie hem kwijt dan is ie doodongelukkig.

In ziekenhuizen wordt veel gebruik gemaakt van nieuwe technologie. Heb ik aan den lijve ondervonden. Dat is goed. Blijft het me verbazen dat informatietechnologie daar nog altijd in de kinderschoenen staat. Oplossingen genoeg. Problemen om op te lossen ook. Veel van die informatietechnologie lost helemaal niks op. Veroorzaakt nieuwe problemen en extra werk. En, kost een boel geld. Waarom dan? Omdat er geld mee verdiend wordt. Door de leverancier van de oplossing. Die moet er van leven. Verkopers van informatiesystemen zijn als een man met een hamer. Ze zien overal spijkers.
Je kan met een nijptang ook ergens een spijker inslaan. Lukt ook prima met een baksteen. De vraag aan een verkoper van informatiebakstenen of dat kan zal hij dan ook graag met ja beantwoorden. Heeft ie geen woord aan gelogen.

Ik ben allergisch voor een bepaalde pijnstiller. Zeg dat altijd als ik denk dat het relevant is. Is het meestal nieuw voor de betreffende arts of behandelaar. “Goed dat je het zegt”. In een ander ziekenhuis weten ze het al helemaal niet.

Moet je eens de vraag stellen welke gegevens van wie zijn. En wie die mag gebruiken, of er iets aan mag wijzigen. En dan nog het privacyvraagstuk. Het zijn míjn gegevens. De organisatorische structuur van de zorg en de financiële voeding ervan compliceren het. Dingen samen doen kan je wel eens je budget kosten. Hebben we het nog niet eens over machts- en menselijke verhoudingen.

Voor alle duidelijkheid. Dit gaat niet over een ziekenhuis in het bijzonder. Ik heb groot respect voor wat er in ziekenhuizen wordt verricht. Ben daar bijzonder dankbaar voor. Wel kan het zonder hoge kosten veel efficiënter en beter. Denk ik.

Voorlopig is het verstandig dat ik zelf onthoud voor welke medicatie ik allergisch bent. Informatietechnologie? Die komt pas echt kijken als je een paar van de genoemde probleempjes begrijpt. En er mee omgaat. In die volgorde. Daarna eerst maar zelf bepalen wat nodig is en dan de oplossing vinden. Handelaren in bakstenen? Niet eens koffie geven.

Het briefje met de naam van de pijnstiller zit veilig in mijn portemonnee.

Informatietechnologie van hoog niveau

LP

Opstaan om je CD om te draaien halverwege het afspelen ervan is een beetje vreemd. Je kunt zo’n ding helemaal niet omdraaien. Waarom dan de neiging om je CD om te draaien? Ik heb CD’s van sommige van mijn oude LP’s. Omdat die niet zo best meer zijn, of omdat ik zo dom was om ze te verkopen. Een plantenspeler heb ik ook nog. Op zolder ergens in een hoekje onder het stof. Gebruik hem al lang niet meer. Is nu weer helemaal hip. Bij die grijsgedraaide LP’s moet je halverwege opstaan om de plaat om te draaien. Dat zit kennelijk nog in m’n systeem. Ik weet na welk nummer het zover is. Niet als je me ernaar vraagt. Wel als ik de muziek hoor.
Nu luister ik zelden nog een CD van een oude LP. Spotify, YouTube, noem ze maar op. Daar luister ik naar m’n favoriete muziek. Des te frappanter dat ik er dan nog altijd intrap. Of zou het minder worden als ik het vaker deed? Grappig om mezelf te kunnen betrappen op een oude gewoonte. Betergezegd een trigger. Vraag ik me gelijk af hoeveel en welke triggers er nog meer zijn zonder dat ik het in de gaten heb. Moeten er een boel zijn denk ik. Sommige onschuldig, andere wat listiger. Je leert ze ook niet af omdat je de meeste niet herkent.
Zou er haast filosofisch van worden. Wat betekent dit voor je dagelijkse leven? Of voor je goede gevoel?

Ik heb het even voor je opgezocht. Anders word jij daar weer door getriggered. Een goede Nederlandse versie van het woord trigger in deze betekenis is er niet.

Ik heb nagedacht over verborgen of juist wel ontdekte triggers van mij. Kan je alleen de ontmaskerde beschrijven. Zo wist ik weinig of niets over orgaantransplantatie en -donatie. Al helemaal niet over niertransplantatie. Ik hield me er afzijdig van. De reden? Ik vond ziekenhuizen eng. Heb ze heel lang geassocieerd met de geur van ontsmettingsmiddel en pijn. Werd er angstig van. Door minder fijne ervaringen op jongere leeftijd. Ik weet nu wel beter. Helemaal na m’n niertransplantatie. Heb in twee jaar tijd vijftien weken in het ziekenhuis gelegen. De angst is eerst overgegaan in gewoonheid en later in bewondering en belangstelling. Daarom schrijf ik erover. Voor jou.

Ik zie mezelf terug als een wandelend wonder. Weet dat er gelukkig heel wat van die wonderen worden verricht. Ik ben verwonderd. Mooi hè?

Er wandelde zojuist een olifant rakelings langs de kerstboom. Die was net van mijn rug afgestapt. Ik kreeg de uitslag van een echo van mijn nier: alles ok. Pffff. Aanleiding voor de echo was een verhoogde bloedwaarde (creatinine). Gelukkig niet weer het ziekenhuis in.

Onrust

Ze zijn lekker en goed voor je ogen. De grote gaan in de hutspot. Wortels. Ze kijken me aan vanaf de omslag van een zadencatalogus. Ik heb nu al zin om in maart de moestuin te gaan spitten. Dat kan je ook vóór de winter doen. Wil ik wel maar het lukt me nog niet.

Eerst over een week voor controle. Ben twee maanden niet op de poli Nefrologie geweest. ‘Nu de wei in’ zei ze de laatste keer. Toen ik nog iedere week voor controle ging was dat een geruststellende gewoonte. Ik voel nu een week van tevoren spanning. Ik vraag me af hoe dat komt. Nier doet het goed. Alles voelt goed. Dank je wel donor. Ik loop regelmatig tegen mijn grenzen aan. Zo train ik m’n conditie, het hoort erbij. Goed gevoel is geen garantie. Alleen daarom onrustig? Denk het niet. Ik ben te veel gewend geraakt aan vervelende verrassingen. Zoiets is het. Als ik nu niet durf geloven dat ik weer gezond ben, wanneer dan wel? Waar zit die rust en dat vertrouwen die ik zo graag wil uitstralen. Als je het kunt uitstralen, zit het van binnen. Ik wil morgen al wel even gaan voor controle. Heb ik het vast gehad. Is alles natuurlijk goed. Wel raar, toen het minder goed ging was ik vol vertrouwen. Nu gaat het goed en ben ik stiekem bang dat het niet zo blijkt te zijn.

Misschien beter naar mijn kleinzoon van twee luisteren. Hij zit op de grond tussen zijn speelgoedauto’s en zegt ineens: opa woont niet meer in het ziekenhuis. En schudt met zijn hoofd. Hij ziet waar ik overheen kijk. Ik moet lachen met blije tranen. Hij leeft zonder angst voor morgen.

Dat spitten van m’n tuin hoeft nog lang niet. Nog tijd genoeg. Worteltjes zaaien ga ik ook weer doen. Als het er de tijd voor is. Ik ken een klein manneke dat gek is op worteltjes. En aardbeien natuurlijk. Ik bedenk me dat ik hem voor het eerst de moestuin kan laten zien. Als hij er weer is gaan we kijken. Laarzen aan en genieten.

Over hutspot. Wat een gemak. Een zakje met wortel en ui, kant en klaar uit de supermarkt. Tip: koop verse wortelen en goede harde uien. Bedenk waarom die daar wél vers liggen. En niet gesneden in een zakje zitten. Geen zout voor meer smaak nodig. Zet je afzuigkap een standje hoger. Anders ruik je morgen nóg hutspot.

Die tranen dat is wat nieuws. Hoort bij mijn leven na de transplantatie. Blije tranen zijn het. Zelf wortels en uien snijden is misschien gewoon een smoes. Valt het niet zo op. Nu de timing nog.

Groen licht

Het wordt aantrekkelijk om iets te doen of te ervaren als het even niet kan. Kerst dit jaar lijkt me daarom wel wat. De vorige begon als alle andere. Kerstboom kopen. Vinden dat ze veel te duur zijn. De boom binnen zetten en zeggen dat ie lekker ruikt. Dat doet ie ook. Moet je gewoon willen. Ik pruts zoals elk jaar een snoer aan een aansluitpunt in het plafond. Kan je leuk de lichtjes aandoen met de lichtschakelaar als je binnenkomt. Kerst kon komen, wat mij betreft. Korte donkere dagen. Lichtjes lekker aan. En kerst kwam. De boom die ik dagelijks zag was niet de mijne. Die ik wel zag stond op de gang bij de balie van D2-Oost. In het UMCU. Mooi versierd. Blauwe kerstballen en veel lichtjes. Na een niertransplantatie gaan er soms dingen even minder goed.

Nu zin in kerst. Alles gaat goed. Zin in de boom. De lichtjes, de ballen. Geen blauwe. Ik kan me niet voorstellen dat ik hem na oud en nieuw weer de deur uitflikker. Met handschoenen aan tegen de hars en de droge priknaalden. Nee, ik zet hem liefdevol aan de straat. Deze keer ook blijven alle naalden er aan zitten. Geen zooi op het parket. Zin in kerst.

Als kerst nooit meer wordt zoals het was. Dan is de volgende keer minder leuk. Dat stemmetje herinnert je aan hoe fijn het samen was. De kerstboom raakt de pijn aan die van binnen zit. Dan er maar geen nemen? Kan. Wat ook kan is hem neerzetten en de lichtjes aandoen. Zoals je een kaars brandt omdat je aan iemand denkt. Omdat het een mooie gedachte of herinnering is. Een klein ritueel voor jezelf.

Een duurzame kerst. Dat moet. Bomen omhakken om ze in huis te zetten? Dat is niet groen. Je kan ze beter nog opstoken in een biomassa centrale. Zolang je zelf niet onder de rook ervan woont. Een plastic boom mag ook niet. Die komt in zee terecht. Oh dilemma. Een wallpaper van een kerstboom op je mobiel dan maar. Zit iedereen de hele tijd op z’n mobiel te staren. Geen extra inspanning voor nodig. Heb je wel een goeie smoes.

Als je de rijke ontvanger bent van een donornier ben je vatbaarder voor infecties. Door de medicijnen die je moet gebruiken. Beetje opletten dus en je levensstijl aanpassen. Zoals m’n nefroloog zegt: je moet geen smetvrees krijgen, gewoon je verstand gebruiken.
Met een kerstboom is het al niet anders. Gewoon je verstand gebruiken. Genieten van de lichtjes.

Van wie?

Als je een donornier krijgt dan weet je niet wie de donor is. Of het moet gaan om donatie bij leven. Dan wel. Ik weet niet van wie ik mijn nier kreeg. Van een jonge vrouw, een man van mijn leeftijd. Iemand met de Nederlandse-, of een andere nationaliteit. Kan allemaal. Andersom is het ook zo. Als je je als orgaandonor laat registreren weet je niet wie jouw organen krijgt. Dat kunnen verschillende mensen zijn. Je kan zomaar een paar levens redden. Of nieuwe levens geven. Ik was nog niet aan het doodgaan toen ik een nieuwe nier kreeg. Dat was wel de prognose voor de wat langere termijn. Statistisch gezien houd je dialyseren een jaar of tien vol.

Maar wil je wel dat iedereen kans maakt op jouw organen als jij ze niet meer nodig hebt? Zou je eerst wel even kennis willen maken met degene die jouw organen krijgt? Kan je er nog van af zien. Stel je voor het is iemand die niet volgens jouw principes leeft. Een andere huiskleur heeft. Een ander of misschien wel helemaal geen geloof aanhangt. Of juist veel te vroom is. Gaat ie straks stemmen op de tegenpartij. Met jouw hart of jouw nier. Als ze voor de donorregistratie de wet nu even een beetje aanpassen.
Dan geldt natuurlijk wel dat jij ook pech kan hebben. Is er een nier voor je. Krijg je hem niet. Of ze hebben geen hart voor jou. Ga je niks van merken. Dat is netjes geregeld in een computerprogramma. Bij de selectie word jij dan niet de ontvanger. Gaat ie naar een ander. Duurt het wat langer voor jou. Ga je misschien toch dood.

Gelukkig werkt het niet zo. Je hebt de keuze om je als donor te registreren. Waarbij je over je eigen schaduw heen kan stappen. Hoe kom ik op die gedachten?

Zal ik je vertellen. Ik heb geen voorkeur voor een bepaalde donor. Ben wel nieuwsgierig naar wie het is. Zou hem of haar graag ontmoeten. Dat kan helaas niet. Misschien heb ik haar/hem vroeger al eens ontmoet. Wie weet. Het nadenken daarover gaf me een nieuw inzicht. Ik heb niet zo veel op met geloof en religie. Ben wel zo opgevoed. Met als gevolg dat ik er niets meer van wilde weten. Die persoonlijke ervaringen drukken een aardig stempel op me. Stel nu dat ik een nieuwe nier heb gekregen van een christelijke donor, dacht ik. Wat krijg ik daarvan? Om te beginnen kreeg ik een nieuw leven. Ik ben er niet geloviger van geworden. Het heeft me wel aan het denken gezet. Ben een beetje over m’n schaduw heengestapt. Klein stapje nog maar hoor.

Dat stapje bestaat bijvoorbeeld uit het bezoeken van optredens van Filiae. Deze gave Vocal Group heeft een beetje mijn hart gestolen. Ze zingen ook over hun geloof, waar ik me altijd zo fel tegen afzet. Waag ik me wel in het hol van de leeuw. En ik geniet er ook nog van. Zou die nier dan toch….?

Meer over Filiae: http://Biodre.nl/Filiae

Roofgoed

Met een flinke klap valt er iets in mijn brievenbus. De aanvechting om direct te gaan kijken is groot. Ik zit nu verlekkerd te bladeren in twee catalogi van biologische groenten- en bloemenzaden. Veel zal ik er niet van bestellen. Ik heb de voorraad van de afgelopen twee jaar nauwelijks aangeroerd. Dat ik daar komend seizoen weer raad mee weet durf ik nu wel te geloven. Ik heb serieus overwogen mijn moestuin op te doeken. Uit frustratie. Als je heel graag wil en je kan het niet. M’n nieuwe nier doet het goed. CMV virus, longontsteking en fysieke ongemakken zijn verdwenen. Ik ben weer aardig op krachten. Drie of vier keer in de week in m’n tuin. Prima training. Een uurtje of anderhalf. Resultaat, een tevreden ik. En kruiwagens vol onkruid.

Er is een overeenkomst tussen (biologische) zaden en medicijnen. Ik kies voor zaadvaste soorten. Dat wil zeggen dat de plant die uit het zaad voortkomt zichzelf kan reproduceren. Veel nieuwe soorten kunnen dat niet meer (hybride ras). Deze zaden worden door inteelt telkens opnieuw geproduceerd. Was dat maar het ergste. Gevaarlijker nog is de macht die bedrijven zich toe-eigenen door zaden en plantensoorten te patenteren. Het doel daarvan is heel veel geld verdienen. De voedselvoorziening is dan in de macht van een paar grote bedrijven. Dat is een enge gedachte. En deels al realiteit.

Met medicijnen gebeurt iets vergelijkbaars. Er zijn farmaceutische bedrijven die zich op slinkse wijze een patent toe-eigenen op een tot dan vrij te produceren medicijn. Daarna verhonderdvoudigt de prijs. Maatschappelijk onaanvaardbaar, vind ik. Ik vraag me af hoe een medewerker van zo’n bedrijf het uitlegt aan zijn of haar partner. Als hun eigen kindje doodziek is en een medicijn onbetaalbaar geworden. Je gunt het niemand.

Mijn maagbeschermer blijkt door vervuiling van de grondstoffen mogelijk kankerverwekkend te zijn. Ik werd door mijn apotheek hierover geinformeerd. Het is waarschijnlijk ontstaan door goedkoop medicijnen te produceren. Met een zo groot mogelijke winstmarge.

Ik heb al eens boze woorden gericht tot mijn apotheker (en ze zijn best aardig hoor). Het door de nefroloog voorgeschreven medicijn was ‘niet meer leverbaar’. Blijkt dat mijn zorgverzekeraar het niet wil leveren. Dan zit je in de val van de marktwerking. Het is ‘via een omweg’ alsnog geleverd. Het alternatief was om maar te leven met de ernstige bijwerkingen van wat wel geleverd mag worden.

Wie zal het een zorg zijn?

Filiae

Avondje uit gisteren. Filiae vier zingende zussen. De tweede keer dit jaar. Een avondje uit en ook die zussen. Zozo dus al voor de tweede keer een avondje uit hè. Ja, ik neem het er wel van. Moet er even bij vertellen dat het de tweede keer dit jaar is dat het kan.

Ze raken me. Filiae. Dat ligt vooral aan hun sprankelende optreden en een beetje aan mijn raakbaarheid. Hun thema’s lijken speciaal voor mij bedacht. De afgelopen tour was LEEF! Hun nieuwe tour is PUUR. De nieuwe single: Alles op zijn tijd. Vier mooie meiden die samen spelen en zingen. Ze kunnen er wat van.

Schreef een van hen ook nog een boek: Tijd waar blijf je. Alweer voor mij bedacht lijkt het.
Filiae, de thema’s, het boek, mijn nieuwe leven met een donornier. Het combineert lekker. Het is een mooie ontmoeting met mezelf. Ik ben me veel bewuster geworden van wat de dingen me doen. Dát en hoe ze me raken. Voor die tijd voelde ik ze ook wel hoor. Wegstoppen was nog een optie. Gaat niet meer. Wil ik niet meer.

Raakbaar zijn. Daar maken ze goed gebruik van. Filiae. Ze brengen pure emotie. Tranen én lachen. En tranen van het lachen. Lekker dat het wat donker is in de zaal. Ik simuleer een lichte verkoudheid. Dat ik het voor mezelf erken wil nog niet zeggen dat iedereen het maar moet zien. Durf ik nog niet.

Muziek hè. Op zolder staat mijn bas. Inclusief versterker om de pannen van het dak te blazen. Ik ben géén muzikaal talent. Oefening baart kunst, dat wel. In dit geval kunst met een kleine k. De pannen hebben al jaren niks te vrezen. Ik poets af en toe het stof eraf. Dan is ie weer mooi. Dat ik weer wil spelen weet ik al. Wanneer nog niet. Komt vanzelf. Alles heeft zijn tijd.

Meer over Filiae: http://Filiae.nl

Herfst in je hoofd

De bomen verkleuren. Herfsttinten heet dat. Die kan je ook in de verfwinkel kopen. Pardon, in de Color Store. Dan kan je het hele jaar herfstgevoel voelen. Leuk voor liefhebbers. Er zijn ook andere herfstgevoelens. Minder mooi. Ik heb het wel eens omschreven als leven in een beperkte bandbreedte. In het midden een horizontaal lijntje. Dan zit je op nul. Daarboven stijg je naar blij, blijer en blijst. Eronder zit het herfstgevoel. De weerman -vrouw op tv heeft het over lagedrukgebieden. Ze komen en ze gaan. Fijn zekerheidje dat laatste.
Als het jouw lagedrukgebied is, dan trekt ie niet met een dag of wat naar het oosten weg. Dan waait en regent het onophoudelijk in je hoofd. Als je het lijntje in het midden vergelijkt met het zeeoppervlak dan ben je een vis. Een diepzeevis. Soms zwem je wat hoger en zie je een beetje licht. De zon zien is te hoog gegrepen.

Ga iets leuks doen. Goede raad om van je herfstgevoel af te komen. Dan roep je wel tegen een vis dat hij moet veranderen in een vogel. Er bestaat geen recept om weer te kunnen vliegen. En toch kan het. Ik kan het kunstje niet verklappen. Het is er niet.
Ik ben natuurlijk geen vis. En ook geen vogel. Gewoon een mens, zoals jij. Sombere herfstgevoelens riepen de vraag op of leven nog wel zo leuk is. Daarna nog blijkt dat ik een tumor in mijn oog heb. Ik dacht: nu is het afgelopen.

Ho, wacht even! Daar ben ik niet aan toe! Wat er gebeurt raakt aan iets dieps. Overlevingsdrang. Ik heb geluk, het is nu 10 jaar later. De overlevingsdrang en de blijheid te kunnen leven laten levenslust ontwaken. De vis verandert in een vogel. Ik zie weer de zon.
En dat nierfalen, ga je dan niet opnieuw kopje onder? Ik heb niet getwijfeld dat het goed zou komen. Was wel eens moedeloos. Hoe blij ben je als midden in de nacht je mobiel gaat. En je hoort: met UMCUtrecht ik heb een nier voor u. Dat is niet te beschrijven. Niet te bevatten. Veel mooier wordt het niet.

Die herfst hè. Grauw winderig weer. Zeiknat regenen op je fiets. Dat het weer kan! Wat is dat fijn. Herfsttinten te mooi voor woorden. Daar kan geen Color Store tegenop.

Herfsttinten