Morgen is een nieuwe dag

Als het na jaren weer beter gaat is dat fijn. Soms niet. Het is fijn dat ik niet meer hoeft te overleven. Dat heb ik al gedaan. Gelukt. Kan ik nog bang worden voor nieuwe tegenslagen. Dat heeft geen zin.

Een voor een vallen de beperkingen weg om weer een bijna gewoon leven te kunnen leiden. Dat gaat goed. Daar ga je dan. Niets staat me meer in de weg. Eindelijk weer een rondje racefiets. Voortvarend nieuwe spullen gekocht. Fiets hing al jaren in de schuur te wachten. De fietsenmaker stuurde eindeloos mailtjes voor weer een onderhoudsbeurt. Was niet nodig.

Eerste rondje was spannend. Zou het goed gaan, kan het nog wel? Tweede rondje ging al beter. Ik was de eerste keer ook op eigen kracht thuisgekomen. Derde rondje leek al meer op ‘vroeger’, maar dan zonder conditie.

Voor het volgende rondje doemt er een nieuwe vraag op. Wil ik dit nog wel? Al die dingen die ik altijd deed. Is het niet alleen maar het verlangen om weer m’n oude zelf te zijn? Los van de vraag of het kan. Wat dan wel?

Als je een tijd langs het randje van het leven leeft, wil je overleven. Soms niet eens meer. Als het op is. Ik begreep pas achteraf van dat randje. Er was even geen morgen meer.

Ik kan nu theoretisch nog een jaar of vijfentwintig dertig mee. Rondjes fietsen of op een andere manier aan mijn conditie werken kan de tijd die mijn donornier het goed blijft doen flink verlengen. Dus wil ik fietsen. Maar om een andere reden dan voorheen. Misschien met meer plezier.

De drive om het te doen en vooral om het te willen zit vanbinnen. Toch het overlevingsstandje misschien. Als dat zo is dan is dat zo. Kan ik dat maar beter niet kwijtraken. Er is nog wel meer nodig dan rondjes fietsen voor een langer leven.
Ik wil andere dingen, opnieuw een sociaal leven. Heb ik het niet over de huidige situatie waar jij ook inzit.
Een zinvol leven. Alleen niet zoals voorheen. Zonder moeten. Hoe dan?

Ik kan een plan maken om die dertig jaar te halen. Mag best ambitieus zijn toch? Daar zit in verborgen dat het plan pas is gelukt na dertig jaar. En dan moet het plan wel volgens plan verlopen. Lijkt me niks.

Ik doe het anders. Zoals ik het de afgelopen jaren intuïtief deed. Van elke dag het beste maken. Soms is dat een klotedag. Onderweg zijn is het doel. Morgen is een nieuwe dag.

Op je sloffen

Dat half Nederland thuiswerkt is goed te merken. Daar heb je zelf wel voorbeelden van. Ik werd nog eens met m’n neus op dat feit gedrukt door koude voeten. Nu mag dat eigenlijk geen naam hebben. Heeft iedereen wel eens. Koude voeten.

Je hebt het pas echt koud als je nierfalen hebt. Ik sliep zomers onder mijn winterdekbed. Zat op mijn verjaardag begin juli met dikke sokken, een fleece en een joggingbroek aan in de tuin. De rest deed het met teenslippers, blote benen en een luchtig shirtje. Toen drong tot me door dat ik misschien niet maar een griepje had. Een bezoek aan de huisarts een paar dagen later bracht duidelijkheid. Nog voor het eind van de middag belde ze me met het verzoek om als de donder naar de spoedeisende hulp te gaan. Ik mocht gelijk blijven.

Heb het nu niet koud meer. Mijn nieuwe nier doet het fantastisch. Dat is een understatement, ik heb er nog altijd geen woorden voor. Krijg je zomaar een nier van een onbekende. Een wonder. Je weet natuurlijk dat het de reden is dat ik dit blog schrijf.

Die koude voeten hè. Dat is omdat het winter is en ik een koukleum ben. Trek je toch dikke sokken aan? Had ik al aan. Dus googelen op warme sloffen/pantoffels. Ik wil sloffen, geen pantoffels. Het woord alleen al. Pantoffels. Dan koop ik ze net zo lief niet. Maar die luxe was niet zo vanzelfsprekend. Overal van alles te koop. Alleen nog in maatje 35 of maat 47. Zit ik net tussenin. Voeg dat bij de pantoffelban en je houdt koude voeten. Zijn al die thuiswerkers me voor geweest. Zitten ze met hun lekker warme voeten aan de keukentafel.

Ha, toch prachtexemplaren gevonden, gemaakt volgens het fairtrade principe in Mongolië. Moet ik ze wel zelf gaan halen, hier zijn ze compleet uitverkocht. Zijn ze ook nog van vervilte lokale schapenwol. Kan je zelfs het schapenras uitkiezen. Of was dat nu weer bij een Oostenrijkse producent? Warme voeten en de wereld vooruithelpen. Dat wil je graag.

Als ik een uur aan het zoeken ben zonder resultaat, vliegt het me aan. Krijg ik het er warm van. Maar nog steeds kouwe poten. De gedachte dat er toch ergens warme sloffen op mij liggen te wachten in een of ander magazijn is onverdraaglijk.

Volgende dag verder. Vind ik na anderhalf uur zoeken wel wat ik wil. Iets dichter bij huis. Gewoon op Texel. In alle maten voorradig. In maar één kleur. Petrol. Precies de kleur die ik zoek zeg ik tegen mezelf. Deens design, met zachte leren loopzool. Van in koud regenwater vervilte wol vervaardigd in Roemenië. Ik krijg er een diep voldaan gevoel van. En warme voeten.

Energiek

Ik heb een fascinatie voor radiosignalen. Onzichtbare energiegolven die je weten te vinden. Ook als je niet luistert. Ze zijn er altijd en overal. Niks providers, wifi of glasvezelaansluiting. Alleen een zender, ergens.

Je hebt al ontvangst met een simpel stukje draad. Verrassend wat er te horen en te zien is. Zomaar uit de lucht.

Dit gaat over andere signalen. Energiegolven. Je bent zelf zender en ontvanger. Het gebeurt bijvoorbeeld als je met iemand praat. In het voorbijgaan met een onbekende. Je ogen maken contact. Je verstuurt en ontvangt. En hup, daar is die glimlach.

Je weet het, je voelt het. Energie zit in je stem, in hoe je beweegt. Je houding. Je handen praten. Er praat nog veel meer. Het zit in wat je schrijft en wat je zegt. In woorden die je gebruikt. Of weglaat.

Er is nog een soort. Aan iemand denken en je wordt door hem of haar gebeld. Je verbonden voelen met iemand die je al maanden niet gezien of gesproken hebt. Iets appen en het is waar ze net aan denken.
Je zit op dezelfde frequentie.

En dit fenomeen dan. Miljoenen doen het. Ze bidden en geloven in verbinding. De gedachte is dat er ook iets terugkomt, of naar een ander gaat. Door je geest. Dat is mijn interpretatie.

Toen het niet zo goed met me ging hebben sommige vrienden voor me gebeden. Een kaarsje gebrand. Ik deel hun geloof niet. Maar ze bereikten me wel.

Waarheid

Het is actueel. De vraag wat waar is en wat niet. Halve naties volgen iemand die de ene leugen aan de andere breit. Leugens worden soms met geweld omgezet in een overtuiging. Nepnieuws is niet van echt te onderscheiden. Zelf gebruik ik af en toe een leugentje om bestwil

Vaststellen wat echt nieuws is en wat waar is doen we door het er samen over eens te zijn. Daartegenover staat altijd wel een andere waarheid. Ligt het maar net aan bij welke groep je hoort of wilt horen. Soms ligt de waarheid in het midden.
Als je zegt “ik geloof dat dit de waarheid is”, dan ben je daar misschien van overtuigd. Als je iemand vraagt of ie het zeker weet, en die zegt: ik geloof van wel. Dan weet je zeker dat ie het niet zeker weet.
Geloof heet niet voor niks geloof.

Geloof het of niet. Dat geldt voor politiek, religie, sport, wetenschap en nog veel meer. Sport? Ja, je gelooft toch dat jouw cluppie het beste cluppie is? Daar hoeft niemand jou van te overtuigen. Hoeven ze niet eens altijd voor te winnen.

De echte waarheid komt in zicht als je onder gelijkgestemden bent. Dat communiceert het lekkerst. Zijn tenminste mensen die het ook snappen. Om bij een groep gelijkgestemden te kunnen horen zijn er wetten en regels. Die zorgen ervoor dat je niet tot het grote gelijk veroordeeld wordt. In ons land tenminste. Dat heet democratie.

Zo’n groep heeft rechten en ruimte om zich als groep te kunnen gedragen. Daar schuilt tegelijk een gevaar in. Als je die rechten doordrijft kunnen ze anderen schaden. Dat zie je bij extreem politieke overtuigingen en rigide religieuze overtuigingen. Bij sommige voetbalsupporters. Dan raak je aan het enige gelijk. Kan je over een ander heen walsen. Omdat je de waarheid in pacht hebt.

Dan ben ik weer terug bij de vraag wat waar is en wat niet. Die kan je altijd blijven stellen. Natuurlijk niet alleen maar om jouw waarheid aan te tonen.
Heb ik gelijk of niet?

Vrienden

Ik werd uit m’n hazenslaapje gewekt door een vaag bekend geluid. Er klappert iets tegen de binnenkant van het raam. Ik woonde begin jaren tachtig in het Groningse. Daar ken ik het geluid van. Hangplanten die tegen het raam aanslingeren. Niks nieuws wat betreft bodemdaling en aardbevingen.
Hier wordt geen gas uit de bodem gehaald en wel dat geluid? Ik schiet overeind en zie een gevallen ster. De kerstster. De kat slaapt rustig verder. Die woonde niet in het noorden.

De tape waarmee de ster aan het raamkozijn was geplakt had de geest gegeven. Hing er zeker al een week. Zijn van die langzame processen, je ziet of hoort ze niet. Je denkt er niet over na. De ster hing er met een bedoeling. Om licht te geven, om een symbool te zijn en voor de gezelligheid. Dondert ie er gewoon van af.

Zo plak ik lijkt het soms ook m’n spaarzame vrienden en kennissen aan het virtuele raamkozijn. Erop vertrouwend dat ze daar goed hangen. Duurzaam. Tape is niet duurzaam. Plakt lekker houdt alles bij elkaar voor even.

Er is iets bijzonders. Sommige vriendschappen zijn blijvertjes. Onafhankelijk van tape of wat dan ook. Ze blijven. Plakken als vanzelf.
Heb ik een uitvinding gedaan? Virtuele superglue! Je krijgt het nooit meer los. In dat geval is het misschien handig om sommige met tape te bevestigen. Je wilt er niet voorgoed aan vast zitten. Dat is een begeerlijke theorie. Die je alleen achteraf kunt aantonen. Maar goed ook. Anders zou je je maatjes voor het leven vooraf kunnen uitkiezen. Het werkt anders. Maatjes gebeuren.

Vraag ik me af. Gebeuren ze toevallig? Denk het niet. Als twee sterren in het heelal. Die zijn lichtjaren naar mekaar onderweg. Zonder het te weten. Totdat ze maatjes worden. Een dubbelster.
Samen verder. Vrienden.

Wifi

Rollebollend over straat. Omdat je het niet eens bent met elkaar. Fan bent van een andere club of stroming. Het is niet zo moeilijk om verschil te vinden. Behalve dan bij die zoekplaatjes van ‘zoek de 3 verschillen’. Kan ik het laatste nooit vinden.

Het ene zeggen en het andere doen. Doen alsóf er geen verschil is. Dat helpt ook al niet. Verschil is vatbaar voor verschillende uitleg. En makkelijk gevonden.

Verbinding zoeken, dat wilden ze. Hun thema. En prompt viel de wifi uit. Kwestie van toepasselijke pech. Met geduld en vindingrijkheid kwam die verbinding er toch.
Het fascineerde me. Ik wilde iets heel graag zien. Een livestream via YouTube en verrek. Ze kregen de wifi-verbinding niet voor mekaar. Ik zwom in zeeën van geduld. Voelde hun spanning bijna. Gefocust als ik was op het moment dat ze live zouden gaan. Dat duurde een stief kwartiertje maar daarna was de voldoening groot.
Ik hou van de symboliek. Vraag me ook af of het toevallig gebeurt. Of dingen voorbestemd kunnen zijn Een reden hebben. Soms weet ik het zeker.

Ik voel al gauw de spanning. Herken de verschillen. Ervaar de onrust die dat teweeg brengt. En nu ineens had ik engelengeduld. Moest ik even over nadenken. Ik wilde graag verbinding. Zag hoe anderen daarnaar zochten en dat ik er blij van werd. Daar zat iets in.

Als anderen hun best doen en ik heb wat geduld, dan komt er iets van terecht. Mijn eigen bijdrage was het geduld. Daar had ik wel belang bij. Hun bijdrage was dat ze voor mij op zoek gingen naar verbinding.

Misschien moet ik maar eens vaker op zoek naar de betere mentale wifi. Geen stichtelijke boodschap om weer lekker te vergeten. Wel een klein maar fijn inzichtje. En dat zo vlak voor kerst ?.
Verbinding is mooi.

Blijblogje

M’n blogjes zijn al niet van het sombere vind ik. Soms proef je er een tikkeltje frustratie in. Je hebt ook uitgesproken blije. Zoals deze. Wil het graag met je delen. Hoe mooi leven is, met een donornier. Zonder was er statistisch nu nog en jaar of acht voor met te gaan. Ik wil er nog wel dertig of zo bij. In ieder geval is elke dag er een. Een nieuw geschenk. Dat zijn dan een boel cadeautjes de komende dertig jaar.

Waarom zo blij? Was deze week voor controle bij de nefroloog. Ik had de uitslagen van het bloedprikken al gezien in mijn online dossier. Ben geen nefroloog maar weet intussen wel aardig of het goed is of weer mis. Zag er goed uit. Helemaal goed zelfs. Voor het eerst na twee jaar helemaal goed. Paar kleine niksdingetjes. Vinden ze misschien ook wel als jij zo door de molen wordt gehaald. Helemaal goed.

Helemaal blij met helemaal niks dus. Een mooier bewijs dat je gezondheid alles is kan je niet krijgen. Of het dertig jaar wordt of een ander aantal, dat weet ik natuurlijk niet. Dat is niet bijzonder. Jij weet het ook niet. Voor mij kwam nierfalen uit de lucht vallen. Een complete verrassing. Vooruitlopen op nieuwe verrassingen daar doe ik niet aan. Zoals Nicolaas Beets al zei: “een mens lijdt dikwijls het meest door het lijden dat hij vreest…”

Ik blijf iedere dag uitpakken als een cadeautje. Zoals vandaag, waterkoud grijsgrouw miezerweer. Heb een paar dikke sokken uit de kast gevist. Cappuccino, kerstboomlichtjes. Echt een ouwe …. Dacht het niet; lekker langzaam leven. Gretig genieten. Wat de kat allang weet, opgekruld behaaglijk met z’n staart over zijn neus.

Nepper

De vorige blogpost ging over lichtjes. Er kwam zelfs een kerstboom in voor. Komt er nu een stokpaardje bij. Daar ga ik het niet over hebben. Over die kerstboom wel. Ik heb altijd een echte. Soort van natuur in huis. Weet ook wel dat ze er speciaal voor worden geteeld. Niks mis mee.

Een nepper vind ik niet zo natuurlijk. Heb ook nog nooit kerstballen in het bos gezien. Een echte kerstboom vind ik nogal ecologisch verantwoord. Zelfs een goeie kerstbomenfik gaat er wel in. CO2 zei je? Haha, ja natuurlijk. Kerstbomen verbranden is bijzonder schadelijk. Net zoiets als zware stookolie vermengd met chemisch afval in zeeschepen stoken. Het verschil is dat aan dat laatste goed wordt verdiend. Daar vaar je wel bij.

Ik twijfel tussen een echte en een nepper. Moet de echte wél een biologische zijn. De andere echte zijn flink met gif bespoten. Dan groeit er geen onkruid onder en kruipen er geen beestjes uit de boom als je hem binnen zet. Getver, beestjes? Als je geen beestjes wil dan kan je kiezen, net als ik. Of je neemt toch een giftige. Die zijn in ieder geval genoeg te koop.

Krijg je van mij nog even een gedachtenhaakje. Als je dan je giftige sparretje in de kamer hebt staan en hij ruikt heerlijk naar kerstboom dan weet je het weer. Had je niet moeten doen. Dan denk je aan mij en vraag je je af wat er dit jaar in mijn huiskamer staat. Ik ben er nog niet uit. Eerst maar eens googelen op biologische neppers.

Lichtje

Ik dacht lang dat semafoor en vuurtoren hetzelfde betekent. Is niet zo. Een semafoor zie je vaak naast een vuurtoren bij een haveningang. Het is een stellage met lampen en andere optische seinen. Om schepen informatie te geven over hoe te varen. Beetje jammer wel dat dit mooie woord iets anders betekent dan vuurtoren. Ik ken vuurtorens meestal vanaf land gezien. Heb er wel eens een beklommen. Dan zie je wat het licht ziet. En wie het licht ziet.
Een ander mooi woord voor vuurtoren. Baken. Voor de romantici, een baken in de nacht. Hoewel, als je met je bootje in zwaar weer zit is de romantiek ver te zoeken. Tegelijkertijd kan zo’n lichtje in de verte je de weg wijzen. En dan is het mooi.

Waarschijnlijk heb je het wel eens gezien. Dat over land en duinen zwenkende vuurtorenlicht. Het heeft iets. Ben je er verder vandaan dan is het een lichtje dat telkens terugkomt. In een eigen ritme.
Ik ben wel een beetje gek op licht. Licht in de duisternis, aan het eind van de tunnel. Lichtjes in de kerstboom. Een kaars branden. Als je dat voor iemand doet is het een mooi ritueel. Waxinelichtjes koop je met tientallen tegelijk. En allang niet meer alleen maar voor onder de theepot.
Soms is er iemand, die als een lichtje is. Dat je de weg wijst. Niet van je moet dit of je moet dat. Gewoon, door wie het is. Ken je dat?

Boomer

Als leven een belofte is en hoe dat klinkt.
Dat het veel belovend is geldt niet altijd voor iedereen als je net geboren bent. Wij zijn geluksvogels. Ben ik ook nog een boomer. Vliegen de gebraden hanen me zo in de bek.
Kan je heerlijk op afgeven als je een jonkie bent, boomerzegger. Mmm, boomers hadden het niet altijd zo goed. Die uitspraak bevestigt meteen dat ik een echte ben. Bevroren waterleidingen, koude kolenkachels, wollen ondergoed kwaliteit schuurpapier. Boomers delight.

Laat me het over die belofte hebben. Je mag ervan maken wat je kan en wat je wil. Dat leven. Met jouw talent. Misschien kies je voor iets minder dan alles. Dat is een interessante. Het niet kunnen, alles of ook maar een beetje van alles. Of het niet willen. Als jouw god een slager was dan zou die vragen of het een onsje minder mocht.

Die belofte geldt, kan je er niet uit slaan. Alles kan je me afnemen. Niet m’n geest en niet mijn innerlijke kracht. Niet wie ik ben. Dat is mijn religie.
Leven is als een bergstroompje. Dat stroompje belooft een riviertje, dat riviertje belooft een rivier. De rivier belooft de zee. Jij bent het water. Je stroomt naar de zee. Een zee vol leven.

Hoe het klinkt hoorde ik voor het eerst toen ik tien was. Het klonk goed. Klinkt het nog. Steeds mooier. Nog even een boomerverhaaltje. De eerste keer dat ik hoorde wat jij zo gaat horen was op de schoolradio. De technologie staat voor niets. In het verduisterde handenarbeidlokaal stond een heuse radio. Eens per week om kwart voor twee klonk daar de schoolradio. Bij iedere gongslag via de radio klikte het hoofd der school een volgende dia tevoorschijn. Je begrijpt dat het doodstil was. Op de radio na. Deze keer een poging om jonge boomertjes iets bij te brengen over muziek en componisten. Dat is blijkbaar gelukt.
Luister hoe een bergstroompje een rivier wordt, de Moldau:
https://youtu.be/3G4NKzmfC-Q

(denk de eventuele reclame maar even weg…)