Als een krab

Herinner jij je Piep nog, die lichtgrijze muis en zijn vriendin Tintje? Dit gaat over hen, opdat je begrijpt dat muizen ook mensen zijn.
Piep zit in zijn beukennoten schommelstoel met een kussentje in z’n rug en een onder zijn achterpootjes. Hij bestudeert de wolken die voorbijdrijven tegen een stralend blauwe achtergrond. Hij vraagt zich af hoe het zou zijn als die lucht nu eens knalgeel was en de wolken waren bruin. Zou dan ook het weer anders zijn?

Als je van kleins af aan niet beter weet dan is het normaal, bruine wolken en een gele lucht. Dan kan je je de combinatie van strakblauw en roomwit niet eens voorstellen. Je vindt dat dan raar en het hoort niet zo.

Piep zegt dat veel muizen een beetje vastzitten in hun denken. Ze trekken onbewust een wenkbrauw op als ze Tintje en Piep zien. Tintje is een mooie muis. Met een prachtig donkergrijs gemêleerd vachtje. Dat ze mooi is zien de vastdenkers ook.

Piep kan goed met muizinnen. Hij heeft veel vriendinnen. Daar vinden de vastdenkers ook weer iets van.
Piep lacht erom, hij is een losse denker. Net als Tintje. De muizen en de dingen zijn zoals ze zijn. Alles en iedereen is mooi zoals het is. Dat verandert niet door er iets van te vinden. Piep zegt altijd: wat is vrijheid? Als je iets niet mag denken, je helemaal niks mag denken, of juist iets moet denken? En dat dan ook nog, omdat anderen menen dat het zo hoort. Dan heb je nog nooit gehoord van jezelf zijn, als vastdenker. Want daar begint het.

Vastdenkers zoeken elkaar op om hun opvattingen te delen en te bevestiging. Zie je wel, we hebben gelijk. Ze verzinnen de gekste dingen en geloven het gezamenlijk. Een soort partij, clan of tempel en er is er altijd eentje goeroe of god.
Kan ik ook zijn hoor zegt Piep, een goeroe. Moet je me alleen maar willen geloven. Tintje is mijn eerste volgeling! Haha Piep lacht Tintje. Je gelooft het zelf niet.

Het verschilt zelfs van muizendorp tot muizendorp. In het ene dorp gaan ze op woensdag allemaal naar de club en hebben ze vrij. De muizenwinkels zijn dan gesloten. In het andere weer niet.
Je hebt ook de Momplot groepen, waar je om de beurt iets mag verzinnen wat dan iedereen gelijk gelooft.

Piep en Tintje zien het aan, maken zich er wel eens zorgen over en lachen er ook om. Ze wonen samen in hun dubbele beukennoot in het bos. Samenwonen is fijn zegt Tintje. Dan kan ik ook de boel hier eens goed opruimen. Piep kookt altijd en zoekt eten in het bos, of haalt het bij de Mumbo. Ze werken samen in hun eigen moestuin. Niks lekkerder dan groenten, piepers, appeltjes en stoofperen uit eigen tuin.

Tintje houdt van het fijne werk, van wieden. Rustig al die kleine onkruidjes weghalen uit het zaaibed. Daar wordt ze helemaal zen van.
Piep is meer van het grove werk, bomen snoeien en lekker spitten. Dat laatste heeft hij waarschijnlijk iets te fanatiek gedaan. Voorlopig zit hij een paar weken in z’n schommelstoel met een vervelende hernia. Tintje plukt elke dag verse verdoofnetel voor hem en maakt er thee van.

Komt goed maar kan even duren zei de arts in het MUMC en gaf hem een voorraadje moxicodon. Viermaal daags innemen zei ze, als je het vergeet voel je het vanzelf lachte ze.
Piep haalt tot vermaak van Tintje zijn gedrogeerde dromen en de werkelijkheid soms door elkaar. Je praat wartaal Piep, zegt ze dan.
Mocht je Piep zien schuivelen, een beetje als een dronken krab over het strand, dan weet je hoe dat komt.