Gesorteerde koekjes

Moest ik toen ik klein was halen bij de bakker, 200 gram gesorteerde koekjes. Mocht ik niet zeggen welke koekjes ik zelf wilde. Ze waren lang niet allemaal lekker. Helemaal niet die van dat droge zanderig spul met zo’n gekleurd taai kleefplekje in het midden.

Dezelfde bakker had de verse warme broden buiten achter de bakkerij liggen, op houten rekken. Niet van die hoge, maar hele lage. Elk hondje kon er zo bij. De bakker zelf had meer met het etablissement op de andere hoek van het rijtje winkels; de Cosy Corner. Ik had geen idee wat dat betekende, wist alleen dat de vitrage heel erg dik en geel was. En dat de bakker er graag kwam. Hij zoop zeiden ze.

Brood kochten we bij De Spar, casino wit. En bij een bakker die met zijn bakfiets aan de deur kwam. Daarom heet het natuurlijk een bakfiets. Die bakker had Tarvomoutbrood. In een uitbundige papieren verpakking met een raar plaatje van een dik mannetje met een maf hoedje. Als je een halfje wilde stak hij een mes in het midden en verdeelde het in twee stukken. Met zijn vingers elke helft terugdrukkend in de verpakking. Zo viel het brood niet al bij de voordeur op de grond.

Zelfs vandaag nog verkoopt de “warme’ bakker in ons dorp alleen maar dat soort slappe niks. Brood waar je goed mee kan vissen. Kan je van die taaie deegballetjes mee maken tussen je vingers. Blijft prima aan de haak zitten. Vissen doe ik allang niet meer, dus waarom zouden ze dat prutbrood nog bakken? Koop maar eens goed en lekker brood, nou hier niet hoor. Alleen opblaasbrood.
Met liefde en passie gebakken, of broodgeluk heet het. Het geluk zit dan zeker aan de kant van de broodfabriek. Bij de bakker zelf, of bij de supermarkt interesseert het ze niks lijkt het.

Heb je onlangs nog een croissantje gekocht bij de bakker? Eén Euro dertig. Daar kocht je vroeger drie lekkere taartjes voor. Of een halve vlaai. Een puddingbroodje voor een kwartje.

Het ergste is, gesorteerde koekjes, ze bestaan nog altijd.