Onrust in je hoofd

Piep was onrustig, Tintje zijn vriendin heeft dat gelijk door. Wat is er Piep?

Muizen hebben net als andere dieren een goed ontwikkelde sensitiviteit. Ze snappen elkaar zonder veel woorden. Ik ben moe zei Piep, ik wil alleen maar slapen. Tintje kriebelde zachtjes in zijn nek en Piep viel in slaap. Hij droomde. Hij droomde dat de werkelijkheid een droom was. Muizendromen kunnen realistisch zijn.

Zijn leven als jonge muis lag achter hem. Waar hij vroeger alles kon en er geen eind aan de tijd kwam, ging het nu met pijn en moeite en de tijd vloog voorbij. Of stond die juist stil? Piep bedacht dat hij zelf stilstond. Er was minder van iets. Alsof zijn toegevoegde waarde aan inflatie onderhevig was. Hij voelde zich minder waardevol en het werd er niet beter op. Met de tijd kachelde het achteruit. Hij was ’s avonds blij als ie in bed lag. Dekbed over z’n snuit en even weg van de wereld.

Z’n huisje opknappen en laten schilderen met bosgroen liet hij doen door een andere muis. Kwastje had al vaker gezegd, als je hulp nodig hebt moet je het zeggen. In plaats van zelf anderen te helpen had Piep hulp nodig.

Piep heeft veel pech, want hij is vaak ziek. Tenminste, dat zeggen sommige andere muizen. Volgens Piep is het juist geluk, geluk dat je er nog bent. Als een soort survival muis.

Naar anderen luisteren of bedenken wat ze van je vinden is niet heel slim. Luister liever naar jezelf en naar je vrienden. Dat doen en dan ook nog aanvaarden wat ze tegen je zeggen, is lastig. Je kunt wel weten dat ze het menen, maar dan zit het nog niet tussen je oren.

Ze zijn blij dat je er bent en omdat je wat handige dingen over het bos weet. Piep is terughoudend om niet voor bemoeial te worden versleten. Zelf houdt hij er niet van als anderen het beter weten. Hij doet het op zijn manier en dat gaat wel eens verkeerd. Daar leer je van, zegt Piep

Piep heeft wel 100 kookboeken, van ‘De culinaire bosmaaltijd’ tot ‘Een muis achter het fornuis’. Hij kookt niet volgens een vast recept, maar leent overal een beetje van en gaat dan aan de slag.

Koken doet hij niet meer met zo veel plezier; pijn in zijn pootjes. En dat wilde ooit een eigen restaurant beginnen. Daar kon je alleen op uitnodiging eten en mocht je betalen wat je het waard vond. Al gaf je maar een beukennootje als blijk van waardering. Want daar gaat het om, een beetje waardering. Dat geeft voldoening en dat geeft weer levenslust. En rust in je hoofd.

Maar hoe doe je dat, waardering voelen als je er niet goed bij kan? Nog meer gewaardeerd worden helpt niet. Dat maakt het alleen maar moeilijker.

Het is iets met je wens om levenslustig te zijn, droomt Piep. Je moet het wel zelf willen.

Een zacht gekriebel in zijn nek haalt hem uit zijn dromen. Thee Piep? Ja doe maar.

Zonnig

Zon op je kop. Het zonnetje schijnt. Een zonnig leven. Verwijzingen naar hoe fijn de zon is. Om van je zonnepanelen nog maar te zwijgen. De zon schijnt en jij loopt binnen.

Ik heb geen zonnepanelen en loop toch binnen.

Als je vakantie boekt dan mik je op zon en mooi weer. Want dat is hetzelfde. Je kunt 14 dagen handdoekje leggen op een gloeiend strand als je daarvan houdt. Kom je gebronsd weer terug.

De beukenhaag laat net haar laatste bruine blaadjes vallen en wordt met de dag groener in de voorjaarszon. Ik ga zelf op vakantie naar een klein Duits plaatsje op 897 meter hoogte, 93 km ten zuiden van Stuttgart. Als de zon daar schijnt, dan schijnt hij ook goed. De lucht is er schoner en helderder. Als de zon schijnt word je nog sneller bruin.

Ik heb een nieuw hoofddeksel gekocht, een vissershoedje. Kan je ook opzetten als je niet gaat vissen. Het is voorgewassen zwart, beetje versleten jeans look. Loop je wat minder voor lul dan met zo’n strooien ding dat je oren dubbelvouwt.

Stoere zonnebril erbij, zo eentje die de bocht om gaat en geen licht van opzij doorlaat en hij is gepolariseerd. Kan je er wat meer door zien dan de reflectie van je eigen gezicht. Bedacht voor vissers, om zien hoe de vissen langs je aas zwemmen. Heb je ze toch gezien.

Als je een bewaakte landsgrens overgaat met die outfit is het verstandig om je hoedje en zonnebril even af te zetten. Ze pikken de gangstertypes er zo tussenuit. Helemaal aan de Zwitserse grens, daar flikkeren ze gewoon je bagage op straat. Ze houden niet van toeristen, alleen van geld.

Laten we het zonnig houden, niet naar Zwitserland dus. Hoewel, ik ga graag naar Ticino. Dat is gewoon een soort Italië, maar dan geasfalteerd tot aan de voordeur.

Ik heb wielrennersmouwen, van die losse die je over je arm kunt trekken in geval van korte mouwen en veel zon. Factor 50+, net als m’n hoedje. Wielrenners lijken het soms wel, maar ze zijn niet gek.

Het is vandaag een fraaie lentedag zo rept Buienradar, met een graadje of twintig en volop zon. Iedereen heeft spontaan zin in een ijsje op het terras. Al die verschillende heerlijke smaken. Ik houd het bij een Magnum  Almond of een Classic. Dat is veilig, de soft ijsjes en de andere terrasijsjes zijn me te link.

Vergeet niet om je in te smeren als je de zon in gaat. Al is het maar voor een half uurtje. Een op de zes mensen krijgt huidkanker. Ik ben er extra gevoelig voor. Het kan zomaar 5 tot 10 jaar goed gaan zei de vriendelijke dermatoloog tegen me.

De zon schijnt en dus loop ik binnen. Ik kan de zon goed in het water zien schijnen en heb een tamelijk zonnig humeur. Ik heb net als jij liever dat de zon schijnt dan van dat grijze weer. De beukenhaag is alweer groener dan een uurtje geleden.

Perspectief

Het leuke van taal is de betekenis van woorden. Afhankelijk van in welk perspectief ze worden gebruikt. De betekenis van een woord wordt ook nog eens bepaald door hoe het wordt uitgesproken. De toonhoogte, een spottende- of ironische klank. Noem maar op. De toonhoogte werkt dan weer niet als het geschreven tekst is, hoewel je een tekst op hoge toon kunt schrijven. Ironie kan altijd.

Perspectief is ook diepte kunnen zien. Het perspectief in een tekening kan ik prima zien. Diepte in de echte wereld niet.

Ik legde dat uit aan een kleinzoon. Ik liet hem een kleine noest in de tafel aanwijzen met een hand voor een van zijn ogen. Hij vond het een hilarische ontdekking dat het niet goed lukte en met twee ogen wel.

Geen perspectief zien, wordt in de loop van de tijd gecompenseerd door je hersenen. De aanwijstruc blijft fout gaan. Diepte herkennen op bijvoorbeeld een weg waar objecten langs staan gaat beter. Het verschijnsel heet parallax. Het betekent bijvoorbeeld dat bomen langs een weg die dichterbij staan sneller bewegen t.o.v. de achtergrond, dan bomen die verder weg staan. Een ander voorbeeld is de maan als die ’s nachts van opzij in je auto schijnt, die rijdt gewoon met je mee.

Mijn perspectief voor de korte termijn is dat ik nog wat moet wennen aan die voor de langere. We willen binnenkort in de vakantie naar het Mercedes museum in Stuttgart. Leuk, zin in! Ze hebben een designprijs gekregen voor de toegankelijkheid die in het hele ontwerp van het museum is meegenomen. Je kunt er ook een rolstoel lenen. Ga ik doen. Zin in…

Tijdsverschil

Als je het over tijdsverschil hebt denkt iedereen aan de tijdszones en het verschil in tijd tussen die zones. Daar gaat dit niet over.

Het gaat over het tijdsverschil tussen bijvoorbeeld nu en het jaar 1955. Of tussen gisteren en het jaar 0. Of tussen jou en die oudere of jongere ander. Het is iets heel vanzelfsprekends, tijdsverschil.

Ga even met me mee in een leuk gedachte experiment; stel tijdsverschil bestaat niet.

Dan zou je niet ouder worden. Niet altijd jong blijven, want jong zijn bestaat niet meer en oud zijn ook niet. Geen verjaardagen, zelfs geen dagen.

Ben je aan het beredeneren dat het niet kan? Laat het maar los, think out of the box en lees de vorige alinea’s nog een keertje.

Wie zou je zijn zonder tijdsverschil? Nog altijd dezelfde, maar wel een beetje anders dan je gewend was in het nu.

Wát je bent bestaat niet meer…

Alles wat je afhankelijk maakte van tijd is er niet meer. Je bent wie je was voor je werd geboren en je bent wie je was nadat je doodging. En dat tegelijkertijd, want ervoor en erna bestaan niet meer.

De snelheid van het licht bestaat niet meer, snelheid is geen begrip meer. Het is er niet. Het heelal is niet meer onvoorstelbaar groot.

Al de vragen die je had in het nu over dingen die je niet kon begrijpen zijn opgelost, beter nog er zijn geen vragen meer. Ook geen antwoorden, want die zijn er niet zonder vragen.

Wat jou in het nu bindt aan tijd en aan tijdsverschil is je fysieke ik.

Als we een tijdloze geest zijn, dan is er geen gebrek aan ruimte in het hiernamaals en net zomin in het hiervoormaals. Er is geen verschil in hiervoor en hierna. Want er is geen tijdsverschil en het begrip ruimte is er niet.

Voor onze begrensde denkwereld in het nu, want daar ben je nu, is het best fijn om onbegrensd te kunnen denken toch? Want dat heb je net gedaan, misschien geeft het je wel een andere kijk op de dingen, nieuwe inzichten.

Soms is het er spontaan, als je allebei op hetzelfde moment hetzelfde denkt en wil zeggen. Op hetzelfde moment is een andere manier van zeggen voor geen tijdsverschil.

Als zoiets er is en zou blijven, dan bén je zonder tijdsverschil.

Dan bestaat hetzelfde moment niet meer, want dan is het altijd zo.

Maar hoe dan, altijd bestaat dan toch ook niet meer? Of juist weer wel? De mogelijkheid tot onbegrensd denken in het nu kent blijkbaar nog wat grenzen. Kwestie van tijd tot dat voorbij is.

Zomerkoninkjes

Zomerkoninkjes heetten ze. In die goeie ouwe tijd, toen alles nog beter was. Er was veel beter. Je kon nog met een gerust hart een rokende diesel rijden. Althans niemand had een idee. Voordeel een gerust hart, nadeel is dat ik nu moet overwegen om een airco aan te schaffen. Ik heb ook al een regenpijp afgekoppeld. Kan het water wat langer in de grond blijven is het verhaal. De waarheid is dat bij een stortbui het riool dreigt over te lopen.

Die zomerkoninkjes, die waren beter. Ze waren nog niet groen van binnen en je kon ze niet lang bewaren. Voordeel: lekker! Die van nu maken een knagerig geluid als je ze doorbijt. Een aardbei met bite. Dat is leuk in de trendy keuken, maar lekkerder worden ze er niet van.

Wat je niet proeft en niet hoort of ziet is wat er wel is. Best knap hoor. De boel vergiftigen en mensen laten denken dat het gezond is.

Moderne zomerkoninkjes bevatten in ons land gemiddeld 3,7 verschillende residuen van pesticiden. In de buitenlandse zitten zomaar rond de 10 residuen. Die pesticiden worden ook nog eens verrijkt met PFAS. Ook daarvan vind je gemiddeld drie verschillende soorten op je gezonde rode vriendjes. PFAS maakt dat het gif er niet van af spoelt. Het zit niet voor niets ook in je regenjas en je tent, blijft alles lekker waterdicht. Goed wassen die aardbeien en toch worden ze niet nat. Gif gegarandeerd.

Natuurlijk zijn er aardbeien die je wel kan eten, biologische of die uit je eigen tuin. In een flinke pot kan je prima zelf aardbeien telen thuis. Koop schone planten, dus niet bij het tuincentrum. De bijen die komen om jouw aardbeiplant van het tuincentrum te bestuiven vallen er nog net niet gelijk dood van af. Dat is pas, als ze een paar planten verder zijn. Dat geldt ook voor al die leuke bloeiende plantjes die je er koopt. Koop je vlinderplanten in het tuincentrum en je roeit er de vlinderpopulatie in jouw tuin mee uit. Het is diep triest en het is echt zo.

Heb je zelf aardbeien geteeld, of biologische gekocht? Zet een bakje vol even op je aanrecht. Na tien minuten ruikt je hele keuken naar aardbeien. Als je ze tenminste niet al hebt opgegeten.

Ik eet ze zelf niet. Ze groeien in mijn tuin en ik kweek ze in potten voor mijn kleinzoons. Ik eet ze niet omdat je de meeste rauwe groenten en veel fruit niet goed schoon kunt maken. Niet schoon genoeg voor mij dan. Jij krijgt er niets van, ik kan er met een beetje pech flink ziek van worden. Maar ze ruiken heerlijk. Dat dan weer wel.

Thee

Je bent liefhebber, of je slurpt ‘s morgens bij het ontbijt iets wat daarvoor doorgaat van Pickwick naar binnen. Je hebt ze in soorten en maten; theedrinkers.

Je kan op veel manieren theedrinken. Geen idee hoeveel. Ik ken er een paar. Die van bij het ontbijt, even een veel te groot theezakje in een mok op en neer bewegen. Ik hou van sterke thee, maar iets te lang ermee soppen is  niet lekker. Beetje koud water lost het op en je verbrandt dan ook je bek niet.

Ik heb onlangs Orange Pekoe thee gekocht, bij Simon Lévelt. Dan heb je iets goeds. Het Pickwick spul vegen ze op vrijdagmiddag van de vloer. Theestof. Daarom zit het in een zakje. Orange Pekoe is zwarte thee zoals die moet smaken. Probeer zelf maar eens.

Er is nog een mij bekende manier van theedrinken. Samen. Dat is de lekkerste thee. Maakt het helemaal niet uit wat voor soort het is, gembercitroen in een theezakje bijvoorbeeld is heerlijk. Water uit de Quooker maakt het af.

Je kan niet genoeg samen theedrinken.

Parkeren

Ik heb een andere auto gekocht. Dat is mooi. Alleen niet voor m’n portemonnee. Het was niet omdat de vorige niet meer deugde of wat dan ook. Ik vond de vorige mooi, lekker snel en passend bij mijn jeugdige uitstraling.

Er was een klein probleempje, dat lag niet eens aan de auto, maar aan mij. Instappen ging redelijk als je niet meerekent dat ik regelmatig mijn kop tot bloedens toe stootte. Ik liet me naar binnenvallen met een hand aan het dak om de vaart een er beetje uit te halen. Niks aan de hand dus. Uitstappen lukte ook nog wel, als de deur helemaal open kon. Als er een sukkel zijn of haar auto naast de mijne had geparkeerd ging het wat minder.

Maar koop je dan een andere auto omdat je niet meer kunt uitstappen? Ik wel. Anders zit je zo lang in de auto. Ik kwam er vaak toch wel uit en moest dan in een vreemde houding naast de auto gaan staan. Kramp, hoort een beetje bij nierfalen en de bijbehorende medicatie. Natuurlijk faalt de nieuwe nier helemaal niet. Alleen met twee gezonde nieren gaat het nog beter.

Ik laat het minder beschaafde vocabulaire bij het in- en uitstappen even buiten beschouwing. Ik gebruikte het alleen omdat het goed helpt tegen de pijn van de hernia. Een blijvertje, de hernia.

Opereren is te risicovol vanwege mijn afweer onderdrukkende medicijnen. Een eventuele infectie kan daardoor niet effectief worden bestreden. Met die medicijnen tijdelijk stoppen betekent afstoting van mijn nier.

Andere auto dus, met een hoge instap. Ik haat die uitdrukking. Zo’n auto is voor oude mensen, of mensen met een handicap. Niet voor sportieve oudere jongeren zoals ik. Ik loop met gemak nog honderd meter met een nordic walking stok. Hoef ik met een beetje geluk halverwege maar een keer te stoppen. Niks aan de hand dus.

Die prestatie was voldoende voor het verkrijgen van mijn parkeerkaart. Je moet wel wat kunnen, anders krijg je die niet. Een gehandicapten parkeerkaart. Alweer zo’n kutwoord. Dan stel je je iemand voor die niet zo goed kan lopen en staan. Niet zo’n sportieve oudere jongere.

Tuurlijk is het wel eens even klote, maar het mooie is dat er aan mijn manier van kijken naar wat er allemaal wél kan helemaal niks gehandicapt is. Dat helpt beter dan alle parkeerkaarten, auto’s met hoge instap en walking stokken bij elkaar.

Anders dan

Waar je ook kijkt, waar je ook gaat. Je ziet verschil in wat mensen denken, in wat ze doen in wat hun werk is. Je ziet als je goed kijkt verschil in hoe ze gewaardeerd worden. Er is een onzichtbare altijd aanwezige schaal van belangrijkheid.

Het bijzondere is dat er geen verschil is tussen wie die mensen zijn. Het woordje ‘wie’ is wezenlijk. De schalen van belangrijkheid gaan over ‘wat’ mensen zijn.

De vraag: ‘wat doe je voor werk?’ laat zien hoe we naar elkaar kijken. Waarom doen we dat? We weten niet beter.

We weten natuurlijk wel beter. Het gaat zover dat we iets menen te kunnen weten over wie iemand is als we weten wat hij of zij doet.

Ben je een vakkenvuller, of heb je net het 150e filiaal van je supermarktketen geopend? Een laaggeschoolde of hooguit een student versus een entrepreneur. Zo simpel is het. Als de ondernemer laagopgeleid blijkt, is het een held. Tegen de stroom in rijk geworden.

Daar zeg je wat, ‘tegen de stroom in’. Want dat is zoals we ernaar kijken en er mee omgaan. De tegenstroom houden we zelf in stand. Kwestie van een aangepast loon bijvoorbeeld. Aangepast aan wat je doet. Veelverdieners houden dat graag zo. Maar werken ze dan ook evenredig veel harder voor hun geld?

Dat er verschillen in inkomen zijn is begrijpelijk. Dat ze worden gebruikt om verschil te maken en in stand te houden is dat niet. Het kan een machteloos gevoel geven, weggezet om wat je doet.

Wat verklaart dan de kennelijke desinteresse in wie iemand is? In dat ongeacht wie die is, die ander niet anders is dan jij? Zijn we te druk om daarbij stil te staan, of is het misschien bedreigend? Redenen genoeg.

Erover nadenkend zou je tot de conclusie kunnen komen dat macht, over wie of wat dan ook, loos is. Gebaseerd op niets. Of voortvloeit uit maatschappelijke afspraken. Je bent bijvoorbeeld een politievrouw, dat geeft je sommige bevoegdheden.

Mensen vinden macht fijn. Daar zit soms een duister randje aan. Er zijn er ook die om die reden macht afwijzen, er niet in mee willen.

Moet je dan de hele wereld veranderen, als je dat al wil? En hoe dan? Kan heel eenvoudig, om te beginnen.

Wees jezelf als je durft. Wees wie je bent. Zorg dat niemand zich door jouw toedoen machteloos voelt. Volg je hart.

Het voelt fijn om dat te doen.

 

 

 

Etiketten

Je hebt er die niet zo goed op de hoogte zijn van de etiketten. Ze bedoelen dan niet goed te weten hoe bijvoorbeeld je mes en vork horen te liggen bij een correct gedekte tafel.

Een vergelijkbaar fenomeen vind je onder stemvolk. Niet precies weten waarom je waarop stemt. “Maar dat is gewoon mijn mening”. Kijk naar wat er gebeurt in de wereld.

Ik heb iets met etiketten, zag eens aan het eind van de straat in de richting van het bedrijf waar ik werkte enorme rookwolken opstijgen. Ik dacht shit, daar gaat een heel zooitje autobanden. De backup schijven van de computer lagen in een safe boven het bandenmagazijn.

Het bleek de ernaast gelegen etikettenfabriek te zijn. Lijm en papier fikt ook goed.

Wat mij betreft kan je alle etiketten verbranden. Is het ook afgelopen met ze overal op te willen plakken. Je hebt toch ook geen gekafte boeken meer met een etiketje erop? ‘Kerngeografie voor HAVO IV’.

Het werd iets zonder aardrijkskunde en met computers. Die kan je zonder tegenspraak je wil opleggen. En je wordt er goed voor betaald. Genieten van werken was dat.

Een etiket op iemand plakken, is erg. Het weerspiegelt jouw vooroordeel. Zegt niets over die iemand. Ik doe het zelf. Christenen krijgen niet alleen een etiket, een waarschuwingssticker krijgen ze ook nog. Pas op gevaar! Als je je ooit ernstig hebt verbrand ergens aan, vergeet je dat nooit meer. De littekens zijn ervoor altijd.

En toch zoek ik echte, die mijn ongelijk bewijzen. Heel worden kan een leven lang duren.

 

Winterjas

Ik krijg het warm bij de gedachte dat ik een nieuwe winterjas moet kopen. En dat terwijl ik al barst van de kou als de maand november heet. Ik krijg het niet bij voorbaat warm van die jas, maar van de gedachte er een te moeten vinden. “Koop eens iets leuks’.

Mission impossible wat mij betreft. Mijn postuur leent zich niet voor confectiematen.
Het voordeel van een nieuwe jas kopen is dat je er eens uit komt. Dat dan ter afwisseling van een infuus halen in Utrecht of kijken naar een andere auto in Barneveld. Dat laatste omdat het in- en uitstappen voor mij nu enkel lukt ondersteund door een stroom lelijke woorden. Niet dat de pijn in m’n rug erdoor afneemt, wel om mijn gemoed te luchten.

Ik kom er wat minder uit omdat het virusjes tijd is en ze me weer weten te vinden. Gammelheid troef. Ik heb er mee leren leven. Er aan wennen doe je niet. Het is een wat tegenstrijdig idee dat het 4-wekelijkse infuus maakt dat ik een normaal en gezond leven kan leiden en dat tegelijk de kans op vaker ziek zijn vergroot. Het afweer onderdrukkende medicijn voorkomt de afstoting van mijn donornier en zet tegelijk de deur voor infecties verder open.

De kunst om het zo te doen heet leven. Daar weet je zelf ook alles van. Het goede nieuws is dat ik een jas heb gevonden én gekocht. Een lekker gevoerd exemplaar, met een hoge kraag, het is eigenlijk een werkjas. Een leuke. Gekocht bij een winkel in werkkleding. Stel je daar een grote bedrijfshal bij voor, barstensvol met wat je maar kunt verzinnen op dat gebied. Een best wel gevaarlijke winkel voor liefhebbers zoals ik. Ik heb het bij een jas gelaten, mezelf voorhoudend dat ik verder niets nodig had.

Toen ik klein was had je zondagse kleren, een zondagse jas, zondagse schoenen. ‘Niet voetballen met je zondagse schoenen!’. Maar ja, als ze allemaal aan het voetballen zijn…
En oh ja, vermicellisoep op zondag. Warm water met bleke slierten. Had er ook nog een bouillonblokje in gezwommen.

Het heeft verbazingwekkend lang geduurd eer ik dat zondagse gevoel, met alles wat verboden is erbij, kwijt was. Het schuldgevoel bij misdraging werd er ingemept. Het ging er vooral om wat mede ‘christenen’ ervan dachten. Om hoe het hoorde binnen de vrome bubble. Triest maar waar.

Om te provoceren zeg ik nog wel eens dat het klokgelui op zondag en het doordeweekse gerammel van kerken akoestische vervuiling is. Dat is het natuurlijk ook.

Grappig is dat ik het een beetje vals galmend klokgelui in een Italiaans bergdorpje dan weer heel bekorend vindt. De associatie met vakantie is wel iets anders dan die met vileine christelijkheid.

Ik ben blij met mijn warme winterjas en verlang naar het voorjaar. Tot dan en daarna en voor de komende hopelijk feestelijke dagen wens ik jullie heel veel Buurman & Buurman.