Voedselbos

Piep is een echte gevoelsmuis. Eentje die niet prat gaat op z’n postuur ook al zie je hem niet makkelijk over het hoofd. Het is precies waarom Tintje hem mag.
Als ze dat tegen hem zegt, van die gevoelsmuis, verandert hij van onderwerp en moet hij blozen.

Andere muizenmeiden zien het ook. Piep heeft meer vriendinnen dan vrienden, maar toch vrienden genoeg. Hij is meer een alfa muis dan je zou denken. Hij ziet dat zelf niet zo. Ik ben wie ik ben zegt hij. Alles wat je doet om anders te lijken doet af aan jezelf en maakt je minder sterk. Minder sterk tegenover anderen, maar vooral voor jezelf.

Volgens Piep zit kracht in je hoofd. Je kunt verdrietig, boos of teleurgesteld zijn, zelfs moedeloos omdat er van alles misgaat en niets wil lukken. Voel dat gevoel maar, trek gerust een denkbeeldig dekbed over je hoofd. Even weg is goed. Even dicht bij jezelf zijn. Dat kan je niet vaak genoeg doen.

Je kan pas voor iemand anders zorgen als je eerst goed voor jezelf zorgt vindt Piep.
Je kan met gemak duizend dingen bedenken waarom iets niet kan, bedenk eens een manier hoe het wel kan. Stop daar je energie in. Zie wat er dan gebeurt.

Vermijd muizen die door hun deskundigheid je precies weten uit te leggen dat wat jij wil onmogelijk is of ongewenst. Dat zijn de kletsmuizen, kletsen is hun grootste kwaliteit er komt nooit iets uit hun pootjes. Vergadertypes. Je kan ze beter mijden. Hun ultieme argument is altijd: ik heb je gewaarschuwd hoor. Piep krijgt dan een grijns op z’n snuit. Een gewaarschuwde muis telt voor twee, dan hebben ze hem onbedoeld geholpen. De losers.

Hij gaat graag in zee met muizen die hem energie geven, meeliftmuizen die op zijn energie willen teren laat hij links liggen.
Zoals gezegd houden muizen van theedrinken en met elkaar praten. Over gewone dingen, over echte dingen of over het weer. Dat zijn belangrijke dingen. Ze vinden het fijn om samen te zijn.

Piep en Tintje hebben plannen. Ze realiseren zich hoe mooi het is dat ze kunnen leven van alles wat er in hun verwilderde boomgaard groeit en bloeit. Van stukjes gedroogde appel tot brandnetel- en kruidenthee en nog heel veel meer. Het is voor de meeste muizen normaal om zelfvoorzienend te zijn. Maar je hebt bijvoorbeeld ook stadsmuizen, die hebben geen idee. Ze foerageren in kelders een aanrechtkastjes. Laverend tussen de muizenvallen en oppassend voor de kat.

In de boomgaard is van alles. Tintje en Piep noemen het hun voedselbos. Het geeft veel meer dan alleen eten en drinken. Je krijgt er licht, lucht, energie en levenslust van. Samen eten zoeken is mooi. Ze hebben plannen om andere muizen die het minder gemakkelijk hebben erin te betrekken. Zodat die er ook van kunnen genieten, vooral omdat die zich er veel beter van kunnen gaan voelen.

Medemuizelijkheid in het voedselbos, in de boomgaard. Als ze er samen over praten bij een kopje thee willen ze morgen al wel beginnen.
Maar eerst staat de Halve Boomgaard Marathon nog op het programma.