Jariger

Als je zo jarig bent als ik vandaag, vier feest! Doe ik ook. Op mijn manier. Genietend van de dag. Van élke.

Ik heb al 3 jaar een nieuwe nier, een nieuw leven. Stel het je eens voor. Ha, dat kun je niet als je het niet hebt meegemaakt. Daarom vertel ik je erover in m’n blogjes, ‘leven met een donornier’.

Als je wordt gebeld om direct naar het ziekenhuis te komen, je nieren doen het niet meer. Einde van je gewone leven. Het begin van waar je het einde niet van kunt bevroeden. Angst, onzekerheid. Wie je bent en wat je kan is gestopt, lijkt het.

Nu, vijf jaar verder, een donornier, iemand die me een nieuw leven gaf. Dankbaar is volstrekt onvoldoende als omschrijving. Ik leef opnieuw.

Bedenk hoe fijn het is om gezond te zijn.
Mooi hè?

Bekeken

Het ligt er maar aan hoe je het bekijkt. Een draai geven aan een situatie. De vrijheid nemen om iets naar eigen inzicht in een ander daglicht te stellen is nog geen integer handelen. Ook wel aangeduid als politiek. Dit wordt geen politiek verhaal voor het geval je de neiging voelt om af te haken.

Kijken naar de hele werkelijkheid zonder die te verbuigen wil ik. Ook wel bekend als observeren. Onderschat het woord ‘heel’ in de hele werkelijkheid niet.

Ik zat in een van de eerste HAVO-klassen. Kon ik het vak economie kiezen. Geen idee wat het behelsde. Had ik misschien iets van kunnen leren. Vond het onzin om telkens uit te rekenen hoe je van iets meer kon maken. Wie betaalt dan de prijs daarvoor? Dat wordt niet onderwezen. Meer is beter.
Snap het nog niet, economie. Ik ben een abstracte denker, denk in patronen. Kan er geen patroon in ontdekken, anders dan meer is beter.

Heb toch iets geleerd en verdomd het is een economisch gegeven. De wet van de verminderde meeropbrengst:
Eén bonbon is erg lekker, twee bonbons bijna nog lekkerder, de derde al een heel stuk minder en de vierde krijg je niet meer door je strot. Meer is beter?
Kotsende rijken en hongerende armen. Economie.

Kijk om je heen, zie je de hele werkelijkheid?

Rustzoeker

Zou kunnen slaan op een puzzelboekje, rustzoekers. Eentje met vooraf ingevulde puzzels. Of op mensen die verleid moeten worden om voor €1500,- een weekje door te brengen in een luxe landelijke bungalow met eigen vissteiger.

Er zijn meer rustzoekers dan vinders. De rustelozen en onrustigen. Ik ben vaak zo’n nietvinder. Dan word ik spontaan een beetje jaloers op de kat. Die gaat ergens liggen sluit z’n ogen en is in complete rust. Niets of niemand die hem dat afgeleerd heeft. Het zit hem in dat laatste. Als je wilt voldoen aan hoe het hoort kan je fluiten naar je rust. “Ga eens wat doen…!” Maar waarom zou ik? Ja, dat verrekte stemmetje dat zich er telkens mee bemoeit.

Nietsdoen is een kunst. Alleen het woord ervoor is ongeschikt. Het legt de nadruk op dat ik niets doe. Terwijl ik iets moois en belangrijks doe. En dat is zeker niet niks, ik ben tot mezelf aan het komen. Dus nu nog even het goede woord ervoor vinden. Rustzoeker is het niet, dan ben je nog onderweg. Rustvinder ook niet. Lijkt te veel op padvinder.

Dan is dit de prijsvraag van de week: Wat is het mooiste woord voor rust vanbinnen en dicht bij jezelf zijn?
Ik hoor het graag van je. De hoofdprijs ben je zelf; je denkt na over een van de belangrijkste dingen in je leven.

Tegenwind

De wind van voren krijgen, tegenwind hebben. Ik heb liever de wind mee. Aan de kust terugfietsend van school naar huis met windkracht negen in de rug hoefde ik geen trap te doen. Jas losritsen en wijd houden en daar ging ik. Met losse handen. Zorgeloos zoeven naar huis.

Als je de andere kant op moet tegen die wind in moet je soms afstappen. Stukje lopen en zorgen dat je fiets niet wegwaait. We halen energie uit tegenwind. Molens genoeg, altijd al.
Ik ben aan het bedenken hoe je zelf energie krijgt van tegenwind. Omdat dat toch beter voelt. Dat het kan weet ik. Hoe het werkt nog niet. Ik kan het niet aan of uit zetten. Het is het soort energie waar ik niet zomaar bij kan.

Ik had even de wind van voren. Kop in de wind en doorgaan zei ik lusteloos tegen mezelf. Ik weet niet of het beter is om te vechten of erin te berusten. In de dingen zoals ze zijn. En meestal valt er helemaal niks te vechten, ben je gewoon de sjaak.

Verdriet, frustratie, boosheid, bijna verslagenheid. De rek raakt er uit als het me te vaak gebeurt. Gelukkig liep het ook nu weer goed af. Een medicijn dat acute schade aan m’n nier veroorzaakte. Duurde even, want vrij ongebruikelijk en kostte moeite om erachter te komen. Komt nu weer goed.

Resultaat was een explosieve opluchting. Heel andere scenario’s waren al de revue gepasseerd en helemaal niet onwaarschijnlijk. Na de opluchting had ik geen energie meer. Die was besteed aan angst en zorgen maken. De logica gebiedt me dan om dat de volgende keer niet meer te doen. Laat dat nu de manier zijn die niet vanzelfsprekend ook werkt.

Eerst m’n accu maar eens goed opladen. Een niet meer voor mogelijk gehouden vakantie kon toch doorgaan. Zit ik daar nu in de schaduw van de middagzon een blogje te schrijven. Wat zeurt ‘ie nou?