Weemoed

De tafel ligt vol. Inclusief een stapel plastic opbergdozen die ik nog moet uitzoeken. Ze vertellen een verhaal. De bruikbaar-tot data. Tot 2017 en 2018. Een paar zakjes zaden met recentere datum laten latere eilandjes van hoop zien. De wil om opnieuw te beginnen. Zo was het.

Een sluipend gevaar zo omschreef een nefroloog het. Je hebt er geen erg in totdat het te laat is. Het was te laat. Moe, voortdurend een gevoel van fietsen met je remmen aangeknepen. Ik heb ook echt mijn nieuwe fiets vervloekt. Het ding wilde niet vooruit. Banden keihard hielp ook al niet. Dat had ik op m’n oude karretje nooit. Ik kan er nu wel om lachen, wist ik veel.

Je nieren kunnen sluipenderwijs achteruitgaan. Een verraderlijk gewenningsproces. Je hebt het niet in de gaten. Tot je omgeving zegt dat het misschien wat minder met je gaat. Zelf dacht ik dat het misschien zo’n vaart niet liep, of zoals op het laatst dat het een flinke griep was. Te laat. Als je nieren kapot zijn herstellen ze niet meer. Einde verhaal.
Als je mijn blog leest ken je het verhaal. Ga ik het nu niet over hebben.

Ben al aardig aan een nieuw leven gewend. Heb nog een klein stukje van m’n oude moestuin. Ik wil alleen nog maar hobbytuinder zijn. Vandaar die volle tafel. Vooral zaaigoed over de datum. Die datum roept dat gevoel op. Weemoed. Een mengsel van het goede oude gevoel en van verlies. Meer confronterend dan ik dacht.

Ben blij met het voorjaar. Met het feit dat ik er ben. Het is als een stuk chocolade met een te sterk bittertje. Als je het vaker proeft smaakt het misschien beter.
Je hebt weemoed in soorten en maten. Die van mij stuitert nogal. Voelt het nu goed of voelt het niet zo goed?

Ik betrap me erop dat ik in een oud patroon klik en al het zaaigoed zit te inventariseren op de gebruikelijke manier. Per plantenfamilie en op datum. Ik word er goed chagerijnig van en heb de neiging de hele zooi in de container te smijten. Er is geen ruimte meer voor 80 soorten groenten en kruiden. Al helemaal niet in mijn hoofd.

Ik moet bedenken wat ik wel wil en de rest weggooien of weggeven. Zo simpel is het. Niet meer kijken naar wat niet meer is. Toch die verrekte weemoed. Ik maak een simpel lijstje. Vis uit de zooi wat nog goed is en wat er op het lijstje staat. Nog een paar dingen nieuw bestellen en klaar.

Als dingen zover zijn doe ik ze liefst meteen. Hup met de geit. Appje gestuurd van wat er over is aan m’n broer, hij wil het wel hebben. En de rest in de container. Morgen nog wat bestellen, nu geen zin meer. Weg met die weemoed. Even m’n gedachten verzetten. De Ronde van Vlaanderen kijken. Me verwonderen over het Vlaamse platteland, de boerderijen.
Morgen hagel, natte sneeuw en koud. Uien en knoflook planten kan ook later deze week. Kan ik morgen mooi even belastingaangifte doen. Prima weertje daarvoor.

En dat stuk chocolade, het wordt nooit mijn favoriete smaak. Er staan gelukkig nog paaseitjes op de tafel.