Nog geen plannen

Als je niet van plan bent om dood te gaan, nog lang niet. Je graag nog een poosje meewilt. Nog een jaartje of dertig als het kan.
Dan verras ik misschien wel eens mensen. Ik was voor m’n 4-wekelijkse infuus in het ziekenhuis. Dan krijg ik een medicijn dat mijn immuunsysteem onderdrukt, om afstoting van m’n nier te voorkomen. Het is beperkt beschikbaar, lang niet iedereen krijgt het. Het is er als er geen andere goede opties voor je zijn. Een soort vloeibaar goud. Het is duur en een infuus op zich is ook al niet gratis.

Ik krijg het om me nog een poosje comfortabel hier te houden. Comfortabel is dan, met een goed werkende nier, zonder heftige bijwerkingen of beschadiging van de nier. Dat laatste gebeurde door de medicatie die ik eerder gebruikte.
Regelmatig een infuus is niet echt fijn, maar ook niks bijzonders. Ik kan ermee leven.

Ik raakte in gesprek met de verpleegkundig. Of ik me veel ontzeg, vroeg ze. Heb ik mogelijk die indruk gewekt omdat ik koffie of thee altijd afsla en water uit een flesje drink. Altijd een FFP2 masker draag in het ziekenhuis en niet in winkels kom. Dat weet ze.

Al snel gaat het gesprek over genieten. Genieten van een biertje bijvoorbeeld. Een speciaal biertje liefst. Ze leek verrast. Paulaner vinden we allebei lekker. Ik lijk een stoïcijnse nierpatiënt, als ik een uur stilletjes zit te dromen tot het infuus erin zit. Ik ben dan relaxed omdat ik toch niks anders kan doen dan ontspannen en wachten . En schrik als de infuuspomp begin te piepen; ‘te weinig druppels’.

Ik ben blij met de meiden van de dagbehandeling. Snap ook dat ik niet blijk te zijn wie ik soms lijk.
Grappig om dat te ontdekken en met ze te delen. Als je het niet zelf hebt ervaren, klinkt het vast gek als ik zeg dat ik me er thuis voel.

Met een arts of met een verpleegkundige bouw je een band op. Als ze voor je zorgen. En dat doen ze. Heeft iets te maken met kwetsbaar zijn en vertrouwen. Heeft alles te maken met hoe ze met me omgaan. Ik voel en ik weet dat ze echt zijn. Het is belangrijk dat ik zelf ook met ze omga op een open en eerlijke manier. Dat voelen ze. Dat weten zij op hun beurt.

Nog een tijdje gezond en beetje comfortabel meekunnen. Daar gaat het om, dat heet ook wel leven. Daar horen ook die niks-dagen bij.

Weet je wat mooi is aan leven?
Dat je kan gaan slapen en dat er morgen een nieuwe dag is
en dat je dan niet hetzelfde hoeft te denken en voelen als gisteren
een nieuwe dag
vol hoop en liefde.