Tussen je oren

Dat Piep als kleine grijze muis ook wel een vlinder wil zijn is al een bijzondere gedachte. Niet alleen maar een vlinder, maar óók een vlinder. Een grijze muis en vrij als een vlinder. Piep ligt op z’n rug in de zon onder de walnotenboom. Dan komen er mooie gedachten. Als je een poosje zo ligt en je ontspant helemaal, dan voel je niet meer dat je een lijfje hebt. Je moet al expres even bewegen om het weer te voelen. Er blijven zo alleen gedachten over; zweefdenken. Je kunt overal naar toe met je gedachten. Eigenlijk komen de gedachten naar jou toe. Er is niets dat ze tegenhoudt.

Piep vraagt zich af hoe vrij je als vlinder echt bent. Ze kunnen je niet aanraken, ook al vinden je ze aardig. Dat is wel apart. Als je wordt aangeraakt zouden je vleugels kunnen beschadigen.

Zou een vlinder bang zijn om aangeraakt te worden door een muis? Piep denkt van wel. Is een vlinder dan bang voor me? Stel je voor dat je als grijze muis met een vlinder kan praten. Dan zou die prachtige vlinder je kunnen uitleggen dat het angst is om te worden beschadigd. Terwijl je als vlinder best dol kunt zijn op grijze muizen en omgekeerd. Dan zou een vlinder gewoon even bij je kunnen landen en blijven zitten. Je zou ook kunnen zeggen dat je elkaar mag. Piep krijgt een glimlach op zijn muizensnuitje. Stel je voor, even zeggen: Ha vlinder blijf maar even zitten hier, ik vind jou heel erg aardig. Nou Piep, zou de vlinder zeggen, dat is wederzijds hoor.

Maar praten met een vlinder kan niet, ook al wil je er zelf graag een zijn. Als je er zo over nadenkt, waar zit dan die angst? Ben je als muis bang om een vlinder te beschadigen? Of zijn de meeste muizen zo nonchalant dat ze daar helemaal niet bij stilstaan? Die geven eerder vlinders de schuld van hun vluchtigheid. Ja sorry hoor, ik heb geen tijd voor je hoor vlinder. Je zit ook geen moment stil. Ik ben te druk met mijn muizenleven. Zoiets. Terwijl ze in hun hart vlinders best leuk vinden. Maar er zijn belangrijker dingen. Of niet?

Eigenlijk vind ik het gewoon ongemakkelijk en ben ik te gehaast om dichtbij te komen denkt Piep. Ik word afgeleid door allerlei andere dingen. Dan hoef ik ook niet te veel na te denken. Maar ik mis dan wel een boel.

Los dat maar eens op. Daar heb ik dus weer zoiets hè, het probleem zit tussen m’n muizenoren.
Van al dat zweefdenken heeft Piep slaap gekregen. Hij is in slaap gevallen en droomt van mooie vlinders. Die zomaar bij hem komen zitten, dat het echt kan.

Piep wordt wakker, knippert met zijn ogen en ziet Tintje zijn vriendin die naar hem kijkt. Ha Piep, lekker dutje gedaan? Ik zit hier al een tijdje naar je te kijken, er zaten drie prachtige vlinders vlak bij je. Ik denk dat ze de rust in jou kunnen voelen.