Aardbeien

Van die dingen. Waar je blij van wordt. Een bedje aardbeien dat kleur krijgt. Ongeveer het enige dat me vorig jaar lukte in m’n moestuin. Stuk of twaalf gekregen aardbeienplantjes in de grond zetten. Heb ze dit voorjaar onder het onkruid vandaan gehaald. Een net erover omdat ik ze liever zelf pluk. De vogels moeten maar wat anders zoeken. Ik geef ze elke dag water, anders krijg je piepkleine aardbeitjes met deze droogte. Ik heb mijn kleinzoon beloofd dat hij aardbeien mag plukken. Moeten ze er wel goed bijstaan natuurlijk.

Zelf eet ik ze niet. Vanwege het risico op infectie. Van een aardbei? Ja, net als van bramen, een druif of van bessen. Als je ze zo wilt eten. Schillen kan wel, haha. Heb je weleens een aardbei geschild, of een braam? Je kunt ze niet schoon genoeg wassen. Appels, peren of een perzik schillen gaat prima. Van de bramen kook ik sap. Fruit uit je eigen tuin, daar heeft toch niemand met zijn handen aan gezeten? Er lopen, kruipen en vliegen wel allerlei dieren. Dus beter maar voorzichtig zijn. Als je afweersysteem normaal functioneert hoef je je geen zorgen te maken hoor. Geniet gerust van je aardbeien.

Meestal maak ik een foto bij een blogpost. Deze keer was het andersom.

Bedtijd voor de hond

Een anderhalvemetergesprekje kan leiden tot leuke inzichten. Ik woon in een dorp. We praten hier met elkaar. Dat is voor sommige nieuwen verrassend. Zijn ze niet gewend. Een deel ervan went nooit. Ik hoorde eens iemand zeggen dat ie het vervelend vindt. Dat ze alles van je weten. Die gaat het niet begrijpen. Wel piepen over gebrek aan sociale contacten. Omdat je nergens heen kunt. Snapt niet dat ie er al is.

Dat gesprekje van die inzichten was met iemand die het wél snapt. Mijn buurvrouw. Over de jonge hond van haar ouders. Het beestje komt regelmatig op bezoek. Een leuk speels ding. Die hond. Hij gedraagt zich uitgelaten. Ook als ie het niet wordt. Je wordt blij van alle energie en onbevangenheid. Tegen de avond wordt het wel eens een beetje te gek. Gaat hij uit z’n dak en weet van geen ophouden. Bedtijd voor de hond. Zegt ze. Het zijn net kinderen. Moest er om lachen. Bedtijd voor de hond.

Ik heb zelf ook honden gehad. Mooie dieren. Het zijn ook handenbinders. Daarom wil ik er geen meer. Toch laat ik regelmatig de hond uit. Wanneer het me maar uitkomt en als ik er zin in heb. Als het de hele dag klettert van de regen op het vakantiehuisje aan de Deense kust bijvoorbeeld. Ik ga even de hond uitlaten zeg ik dan. Ze weten wat ik bedoel. Ik moet er even uit. Door de regen of de wind. Maakt niet uit. Ik luister naar m’n gevoel.
Soms ben ik niet uitgelaten. Blij de hond uitlaten komt vaker voor hoor. Lekker langs het stille Deense strand. Regenjack, korte broek, blote voeten. Lopen door het water langs de vloedlijn. Mooie stenen zoeken. Ik snap zo’n hond wel. Buitenspelen. Gek doen.

Het is ook wel eens bedtijd voor deze hond. Iedere dag eigenlijk. Dan ga ik niet uit m’n dak of zo. Dan gaat gewoon m’n lampje uit. Dan is het op. Kan ik verzinnen wat ik wil. Bedtijd. Lekker slapen en morgen weer een dag. Daarnaar luisteren heb ik de afgelopen jaren geleerd. Omdat niks meer moet. En vooral omdat ik dan niks meer kan. Behalve slapen. Dat is best wel een beperking. Om half tien al in je bed liggen. ‘Vroeger’ had ik genoeg aan vijf uurtjes slaap. Minder lukte ook wel. Zoveel te doen en zoveel drukte en stress. Geen tijd om te slapen hoor. Zonde van de tijd. ’s Avonds om elf uur nog even dertig mailtjes wegwerken. Om zes uur de volgende ochtend weer weg. Hup, voor de file uit. Dat is efficiënt. Wat een vrijheid hè?

Nu snap je mijn antwoord als je vraagt of ik weer beter ben. Ik zeg dan dat ik nooit meer beter word. Maar gelukkig wel weer gezond ben. Dan weet je ook wat het betekent. Bedtijd voor de hond.

Hart ♥️

Ik schreef het al eerder, ze hebben een beetje m’n hart gestolen. Filiae. En wat doe je dan? Je gaat het zoeken. Bestolen worden geeft me een boos en verontwaardigd gevoel. Hoe haal je het in je hoofd? Zo braken ze de schuren op mijn tuin open. Met grof geweld. Alles weg. Als ik ze tegenkom… Wat daar stond is van mij.

Mijn hart is ook van mij. Ze stelen het een beetje. Die vier meiden. Eigenlijk helemaal. Zonder kan je niet. Het is een tamelijk vitaal orgaan. En toch kan het je overkomen. Dat is bijzonder. Je wordt niet boos, maar juist blij. Een soort omgekeerde harttransplantatie. Dan ben ik nu een Filiae donor. Kan jij ook worden.
Op zoek dus naar dat hart van mij. Moet je niet voor naar de politie. Je hoeft geen aangifte te doen. Ik kan ervan genieten. De zoektocht. Naar wat me bindt met vier zingende zussen. Met hun talent, energie en emotie. Muziek, humor, liefde en hun geloof. Dat laatste is nou net niet mijn ding. Waar ik anders de deur dicht doe, laat ik Filiae zomaar binnen. Dat is wie ze zijn. Ze horen bij de zoektocht. Naar m’n hart.

Een inverse harttransplantatie verandert iets aan je leven. Ben ik wel aan de beurt. Mijn niertransplantatie heeft al flink aan de boom geschud. Kreeg ik een nieuw leven. Voordat het zover is wil je wel even stilstaan bij het oude. Zolang als het duurt. Dacht ik toen. Het maakt dat mijn hart niet meer beveiligd is tegen diefstal.

Leven zonder streven. Vogels ‘s morgens vroeg, de zon, een plensbui, Filiae. Alsof alles je voor het eerst overkomt. Dag keurige zelfbeheersing, welkom emotie. Die emotie was er natuurlijk altijd al. Gepast weggestopt omdat dat zo hoort. Ik ben nu lekker onaangepast. Dat hebben kleine kinderen van nature. Ik moest er best wel hard voor op mijn bek gaan. Dat is goed gelukt. Wie zei er dan altijd dat het zo hoorde? Vrees dat ik het zelf was.

Onderweg zijn en jezelf zijn. Daarmee kom ik al dichter bij m’n ontvreemde hart. Wel verrassend om over na te denken. Ik kom er dichterbij en wil het nooit meer terugvinden. De zoektocht zelf is het doel.
Ik ben Filiae donor. Kan jij ook zijn.

Check dit dan! http://Filiae.nl

En dit! https://supp.to/filiae Steun je ook hun crowdfunding ?

Eenzaam

Eenzaamheid, je hoort er veel over. Iedereen kan zich er iets bij voorstellen. Doet dat ook. Er is verschil tussen eenzaamheid en even wat minder aandacht krijgen. Of sociaal contact. Je belt en appt je een ongeluk. Als dat je niet is gegeven, door bijvoorbeeld je leeftijd wordt het minder. Ook is niet iedereen er verstandelijk toe in staat. Daar aandacht aan geven doet ertoe.

Als het even niet lukt om naar de kroeg of een feestje te gaan. Je mist het sociale deel van je werk. Het geouwehoer op de afdeling en bij de koffieautomaat. Ja, is jammer. Ben je gezond en gaat het je verder goed? Dan moet je niet piepen. Niks ja maar corona. Gebruik je gezonde verstand en leef. Als een licht geïrriteerd gevoel je nu bekruipt, lees dan verder. Zo niet, dan ook. Ik ga je niet de les lezen. Goede kans dat je zo blij bent met jezelf.
OK, daar gaan we. Als je wat langer uit de running bent, zeg een jaartje of drie. Als je het niet kunt velen dat er iemand langer dan een kwartiertje bij je op bezoek is. Dan mis je ze niet. Als koffiepraat op zaal bij het bed naast dat van jou maakt dat je er gek van wordt. Dat het haast pijn gaat doen. Dan is sociaal contact niet heel fijn. Dan helpt het gordijn dichtdoen al. Moeten ze alleen nog hun kop houden. Het sociale bezoek. Wie wil er nog koffie? Doe mij maar chocola. Haal jij het? Weet je wat ik zag op het journaal? Te ziek voor woorden. Doe mij dan maar een glimlach van een verpleegkundige in het voorbijgaan.

Ach, wat is nu helemaal eenzaam? Of sociaal contact? Als je voor even in je eentje zit. Wees een beetje blij. Dat je gezond bent. Tel je zegeningen. Ik noem er wel vast een paar. De zon, de blauwe lucht, een boek, de vogels ‘s morgens vroeg. Een blij blog. Genieten van wat je wél hebt. Kan je best heel blij van worden. Zie je wel? ?

Praten met je lijf

Praten met je lijf. Een beetje ontkennen dat je moe bent. Of iets te makkelijk even gaan zitten. Ergens in het midden zit het goede. Als ik graag wil ga ik wel eens te ver. Verschiet het van groen naar geel en zwart voor m’n ogen. Goed dat die kruiwagen er dan staat. Even vasthouden om niet neer te gaan. Als een aangeslagen bokser. Niemand ziet het. Ik vloek hardop. Niemand hoort het. Als frustratie zichtbaar zou zijn… Tranen springen in m’n ogen. Ik wil gewoon! Gewoon #@@!! Niet dit.
Ik bel UMCUtrecht vanuit m’n moestuin. Ik hoor het al zegt ze. Kom maar gelijk naar de SEH. Mijn broer brengt me. In etappes loop ik naar de auto. Hele zinnen spreken kan ik niet. Ik wil natuurlijk ook veel te veel tegelijk zeggen. Dat kan niemand.

Het resultaat van dit moedige gedrag is vijf weken ziekenhuis.

Als het me nu overkwam dan weet ik het niet. Of ik zou bellen. Of nog even moedig zou zijn. Ze zegt keer op keer: bellen! Laagdrempelig en doen hoor! Ik denk dat ze het razend druk heeft. En dat het ziekenhuis even minder veilig voor me is.

Handelen zoals ik nu suggereer is fataal. Ik had het waarschijnlijk niet overleefd. Hoe dom was ik al door ‘moedig’ te zijn. Ik vertel je omdat ik mijn lesje heb geleerd. Hoef jij het niet nog eens over te doen. Ik wil graag dat je m’n blog blijft lezen. Voorwaarde is dat jij blijft ademhalen. Als je het niet leest ook goed. Wel hier blijven hoor.
Weet je, ik schrijf het voor jou. Opdat ik dan zelf ook betere keuzes maak. In die volgorde… Het is een soort verzekering. Ik kan het niet maken dit te schrijven. En dan zelf weer moedig gaan doen. Geniet (van) elke dag.? Leef!

Groezelaars

Dit is niet bedoeld voor jou. Alleen voor vage vrienden, niet zo goede bekenden en andere types. Ik zeg dat omdat ik je niet onterecht wil bruuskeren of verwijten wil maken. Ik doel op de échte groezelaars.
Je kent ze wel of anders van horen zeggen. Die, die met hun handen verse broodjes uit de vakjes graaien. Zo’n knijper die ernaast ligt is lastig en beschadigt je roombotercroissant. Net nog de hond bij de deur geaaid, of een goede kennis de hand geschud. Thuis nog je neus gesnoten of weet ik veel wat. De avocado’s, appels en bananen zijn al even bepoteld. In andere landen (vakantie) moet je daar een plastic handschoentje voor aantrekken.

Hygiëne first. We zijn een proper volkje. Maar nu even helemaal. #Zorgvoorelkaar is het. Vertel ik je niks nieuws. Geldt ook voor de groezelaars natuurlijk. Alleen als je kijkt dan. Die doen het goed omdat ze voor even vies zijn van jou. Stel je voor, word je er ziek van. Getver. Als je niet kijkt, weet je niet wat je ziet.

Bijzonder om te zien dat de rest van de wereld zich een beetje wil gedragen zoals ik dat altijd al moet doen. Ben ik dan een heilige? Nee hoor. Heel veel ‘gewone’ virusjes, bacteriën en aanverwante zaken zijn voor mij potentieel levensbedreigend. Maar dat is niet interessant voor graaiende groezelaars.
Veel voedsel uit onze voedselketen is voor mij zo al link. Dan heet het dat het risico laag is. Voor jou. Jij wordt er niet echt ziek van. Desinfecterende gel en handzeep. Uitverkocht. Jammer voor mij. Kunnen de groezelaars zich ontsmetten na een bezoek aan de supermarkt.

Cynisch? Nee toch. Ik schets slechts de realiteit en beschuldig niemand. Het gaat niet om wie de schuld heeft. Het gaat om gezond verstand. Zag net dat per vandaag alle verse broodjes per stuk zijn voorverpakt. Hoop dat het zo blijft.

Goede vibes

Als ze me belt hoor ik dat het zwaar is. Het is niet leuk hier, zegt ze. Niet eerder hoorde ik bezorgdheid en vermoeidheid in haar stem. De impact is groot. Ze werkt om mensen te helpen en te genezen. Ze doet wat ze kan. Zorg goed voor jezelf, zeg ik. Ja.


Ik wil ook kunnen helpen. In plaats daarvan vraag ik om hulp. Ik ben niet fit. Bel als je zieker wordt, zegt ze. Doen hoor. Laagdrempelig. Ik ga volgende week helpen op de IC. Als je mij niet kunt bereiken is er altijd een collega bereikbaar. 24/7. Ze denkt om mij. Aan mijn gezondheid.
We bespreken m’n medicatie. Daar had ik om gevraagd. Niks aan veranderen, zegt ze. Voorzichtig zijn en bellen hoor.

Ik wil uit het ziekenhuis blijven. Het ziet er goed uit. Op wat corona achtige klachten na. Kan ook een simpel verkoudheidje zijn. Immuno suppressiva maken dat ik op moet passen. Dat doe ik. Daarom overleg ik met haar. Ik heb net zo veel en net zo weinig kans als een ander om ziek te worden. Als ik het word is de kans dat het mis gaat groter. Mijn bewust op een lager plan ingestelde afweersysteem kan dan niet adequaat reageren. Het is zo ingesteld om afstoting van m’n donornier te voorkomen. Afgelopen zomer hebben we de medicatie hiervoor een tijdje moeten stoppen. Een laatste redmiddel tegen een ook al akelig virus. Het was mijn eigen keuze om dat te doen. Ik ben er nog en het gaat goed. Dat virus heb ik eronder gekregen. Dankzij de nefrologen van UMCUtrecht. Prachtmensen en wat een mooi vak hebben ze. Net als de verpleegkundigen, de schoonmakers/sters, de mensen van de catering. Denk aan ze en stuur ze jouw goede vibes.

Ogen

Even terugkijken. Komt misschien door al de beelden in de media van mensen met mondkapjes. Zij had er ook een. Voor haar werk op de OK. De stoma had ik nu een paar weken en ik was weer wat opgeknapt. Ze zijn me nog lang niet kwijt. Nu de kwaadaardige tumor nog eruit. Ik was vrijdag voor controle en zou maandag worden geopereerd. Mocht gelijk blijven. Gewoon op een stoel zitten lukte niet eens. M’n nierfalen hielp niet echt. Nog 8% nierfunctie wilden ze aanpakken met een acute dialyse. Anders kon de operatie niet doorgaan. Dat lukte niet. Ondervuld heet dat. Te weinig vocht en te weinig bloed. Een geschikte ader aanprikken ging niet. Veel vocht via infuus en een bloedtransfusie in het weekend maakten me net sterk genoeg voor het vervolg. De nierfunctie verbeterde. Ik dacht het komt weer goed. Ik wilde graag dat het goed kwam. Hoofd was er helemaal klaar voor.

Ze plakt de plakkers op mijn borst en doet de dingen ter voorbereiding van de operatie. Je gelooft erin hè? Zegt ze. Ik zie het in je ogen. Ze stralen. In die van haar zie ik tranen. Oh, hou maar op. Ik moet ervan huilen. Ze houdt mijn hand vast. Het komt goed, zeg ik.

Balanceren op het randje van je leven en dan even heel dicht bij iemand zijn. Een gesprek met en zonder woorden in een paar minuten. Dat vergeet ik niet meer. Ik weet niet wie ze is. Het was in het Meander MC.

Het is goed gekomen. De kwaadaardige tumor bleek een ernstige ontsteking. Het duurde wel even voor dat was doorgedrongen. Ik had me ingesteld op een heel ander vervolg.
Ik was er nog niet. Nog een paar operaties te gaan. Het komt goed dacht ik. Zo werkt overleven. Als je alles wat er nog moet komen van te voren bedenkt word je moedeloos. Stap voor stap kom je er wel. Het lijkt op fietsen in De Alpen. Als je bij de eerste beklimming al gaat nadenken over de volgende kan je beter gelijk afstappen. Rustig klimmen, doseren en de voldoening van bovenkomen. Uitrusten en genieten tijdens de afdaling en hup naar de volgende. Niemand fietst in een dag alle Alpencols. Elke dag genieten kan wel.

Intussen doet mijn nieuwe nier het goed. Of het me weer gaat lukken om die cols op te fietsen weet ik nog niet. Met de auto naar boven en de fiets achterin lukt altijd. Dan de afdaling en tientallen kilometers door een glooiend dal. Krijg er spontaan zin in. Halen ze me later weer op bij dat terrasje met die prima cappuccino. Genieten van wat wél kan. De kunst van leven. Natuurlijk krijg ik af en toe op mijn donder. Dat is ook leven.

Net nog even naar m’n tuin geweest met m’n verkouden kop. Zou Coronavirus kunnen zijn. Voor mij extra gevaarlijk. Of gewoon verkouden. Kan op de bank blijven zitten of even naar de tuin. Wat zou jij doen? De zon schijnt uitbundig. Ook in m’n verkouden kop. Het komt goed.

Eco GGZ

Gehecht zijn aan je eetkamerstoelen. Ken je dat? Ik heb ze na veertig jaar trouwe dienst toch weggedaan. Mooie nieuwe aangeschaft. Dit zijn mooie ouwe. Ze kunnen niet kapot. Dus liefhebbers genoeg ervoor. Dacht ik. Aan de straatstenen niet kwijt te raken. Grofvuil. Gelukkig na wat getelefoneer toch nog een afnemer gevonden. De rommelmarkt van de kerk. Als zij iemand weten die er nog een tijdje op wil zitten, prima. Ik gun ze een buitenkansje. Het enige wat ik graag wil is dat ze in gebruik blijven. Ze zijn echt onverwoestbaar en nog mooi. Ik ben natuurlijk niet objectief. Waarom niet nog dertig jaar of zo zelf gebruiken? Ben er klaar mee.

Dezelfde veertig jaar geleden kocht ik ook vier oude stoelen. Met van die van splitriet gevlochten zittingen. Keukenstoelen uit grootmoeders tijd. Aftandse beestjes leken het. Toen al zeker zestig jaar oud. Ik kan de schampere opmerkingen nog horen. Ik heb ze opgeknapt en daarna wilde iedereen ze wel. Die stoelen en mijn oude grenenhouten kasten, pure nostalgie. Daar heb ik een goed gevoel bij. Ben benieuwd of dat met mijn afdankertjes ooit ook zover komt.

Wat maakt dan het verschil tussen nostalgisch spul en oude rommel? Of wanneer verandert rommel in iets met een goede gevoelswaarde? Jij mag het zeggen. Tijd? Ja. Bruikbaarheid ook. Maar niet altijd. Vaak is leuk of mooi al genoeg. Nog meer bepalend is je associatie met de oorspronkelijke herkomsttijd. Grootmoeders tijd. Op de boerderij was het fijn. Zorgeloos, altijd vakantie. Een lieve grote hond. De geur van koeien en hooi.
Die oorspronkelijke tijd moet ver genoeg achter je liggen én die prettige associatie kennen. Ik heb bijvoorbeeld een hekel aan meubels en mode uit de 60er en 70er jaren.

Het is net zoiets met herinneringen. Sommige zijn fijn, andere oude rommel. Een paar lelijke stoelen kan je wegdoen. Rommelherinneringen zijn lastiger. Ik bewaar de goede. Droom te vaak over de rommel. Word ik wakker met dat klotegevoel. Heb nog geen handleiding om daarvan af te komen. Als je iets weet? Ze kosten nu soms m’n humeur en vooral veel energie. Misschien kan je er mentale pellets van maken. Kan je ze opstoken en een warm gevoel van krijgen. Mentale biomassa. Je hoeft er geen boom voor te kappen. Lijkt me wel wat. Ecologische verantwoorde geestelijke gezondheidszorg.

Fragile

Mooi woord. Het Franse fragile. Niks fragiel en al helemaal niet breekbaar. Fragile klinkt als van glas. Dun glas. Als van een glazen kerstbal die naar het parket zweeft. Even later hoor je hoe fragile die was.
Breekbaar klinkt alsof je overal met je grote klompen op mag gaan staan, maar nu even niet.

Ik kocht vier nieuwe mokken. Online. Alleen al niet kunnen kiezen totdat je de waren vindt. Ik google op ‘afbeeldingen’. Dan gaat de digitale winkel helemaal open. Kom ik ineens die kleur tegen. En natuurijk, niet meer leverbaar. Nergens. Heb ik weer. Eigenwijs als ik ben blijf ik bladeren. Vind ik ze toch. Helemaal tevreden. Met mezelf. Ik bestel ze gelijk. Ik wil zo’n doos met dat mooie woord erop. Was wel een mooie doos. Met niks erop behalve m’n adres. En de naam van de winkel met alleen een voornaam. Wel voornaam. Geen achternaam.

Die doos kan je inclusief inhoud van twee meter hoog laten vallen. Gaat er niks mis. Denk ik. Voorzichtig pak ik de mokken uit. Uit lagen bubbeltjesplastic en papier. Ze zijn mijn kleur groen. Ik ben meer van rood. Maar niet voor een mok. Krijg je van die onrustige thee.

Misschien heb ik ‘breekbaar’ een beetje tekortgedaan. Er is nog een soort breekbaar. Ben ik zelf wel eens. Daar helpt geen bubbeltjesfolie tegen. Dan zweef je niet naar het parket. Je bent gewoon pardoes aan scherven.
Ik ging een cappuccino halen en een gevulde koek. In de koffieshop van het ziekenhuis. Zeg nog tegen het meisje van de koffie dat dit het hoogtepunt is van mijn dag. Krijgt ze een kleur van. Zit ik even later in de hal op een bankje. Genietend. Begint er iemand op de piano te spelen. Mooi! Vloeien gelijk de tranen.
Dat soort breekbaar. Gevulde koek in de ene hand, cappuccino in de andere. Met m’n mouw tranen poetsend.